9 NOVEMBER 1966. annuïteit, hetgeen voor de Beyerd neerkomt op 353.000, - en voor de V.V.V. op 128.465,-. Voor de Beyerd betekent dat een verschil met de 100-jarige annuïteit van 28. 000, Voor het civic centre is destijds al bewust gereserveerd een bedrag ad 1.094.112, -. Over dat bedrag kan direct beschikt worden en als dat gebeurt betekent dat, dat het zo juist genoemde bedrag per jaar dadelijk verminderd kan worden met 54. 000, -. Daarnaast is er nog een algeme ne reserve van 6.198. 000, -. Spreker geeft toe, dat deze reserve op zich niet zo hoog is, maar hij is aanwezig en kan indien nodig worden aangesproken. Tenslotte zegt spreker, dat het gehele college eenparig van oordeel is, dat deze ontwikkeling voor Breda puur noodzakelijk is en dat deze om financiële redenen echt niet achterwege mag worden gelaten. Wethouder GIELEN voegt aan de voorgaande betogen nog toe, dat in het verleden door wijze besluiten van de raad, in de loop der jaren be langrijke instituten, belangrijke gebouwen, belangrijke centra op ver schillend gebied tot stand zijn gekomen. Hij denkt hierbij aan het ener gie- en waterbedrijf, de sporthal, de grote werken, die in het slachthuis op gang zijn, de plannen die gereed liggen ter verruiming van het ver voerbedrijf en het politiebureau. Dit zijn allemaal werken, die uit drukking geven aan de verwachtingen, die men met betrekking tot de groei van de stad Breda heeft. Hij vraagt zich af of het verantwoord is te praten over ontwikkeling en bij de cultuur te blijven stilstaan. Spreker meent, dat directeur Niemeijér het toch wel duidelijk gezegd heeft na melijk dat we naar de toekomst moeten zien en dat we moeten denken aan Breda als hart van West-Brabant. In West-Brabant is een grote ont wikkeling gaande; belangrijke industriële vestigingen zijn op de duur te verwachten. Als men vanuit het westen des lands naar het zuiden gaat is Breda de eerste grote stad waar men terecht komt. Een grote toeristenstroom uit het hoge noorden passeertelk jaar Breda, dat zo kort bij België ligt, al waar in het noorden waarvan grote ontwikkelingen gaande zijn. Als men denkt aan de agglomeratie Breda met over enige tientallen jaren 250. 000 en nog meer inwoners, gelooft spreker, dat het ogenblik is aan gebroken om ja te zeggen tegen het voorstel, dat door het college thans in grote lijnen wordt gedaan. Hij spreekt de hoop uit, dat dit in het belang van de culturele ontwikkeling van Breda zal gebeuren. De heer VAN LOON zegt te geloven, dat zijn fractie akkoord kan gaan met de conceptie van het voorliggende plan. Men kan het echter met het plan wel eens zijn, doch dit impliceert niet, dat men het ook eens is over de verschillende aspecten, die daaraan zijn verbonden. In het verleden meent hij, dat aan de Beyerd een andere functie toebedacht werd dan thans het geval is. In het stuk wordt gesteld, dat de raad nader geïnformeerd zou worden omtrent de motieven, die geleid hebben tot wijziging van de Beyerd. Hij kan echt wel inzien, dat de opzet van de Beyerd in 50 of misschien wel 100 jaar gewijzigd dient te worden over eenkomstig de door de directeur ontwikkelde visie. Functioneel gelooft hij dan ook, dat de Beyerd zeker in het civic centre thuishoort. Iets anders ligt deze zaak met betrekking tot het V.V.V.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 428