9 NOVEMBER 1966. verdedigd zijn. Hij vindt het prettig als iemand in zijn eigen plannen gelooft en dat hij die verdedigt op een wijze zoals dat vanavond is ge beurd. Als degene, die met de heer Quadekker, namens zijn fractie in de afdeling voor de cultuur zit, wil hij een kritisch geluid laten horen. Voorop stelt hij, dat hij met de heer Niemeijer vóór alle culturele "happeningen" in de stad is, dat hij is vóór een culturele visie op lange re termijn, dat hij voor een grootse visie is, maar gelijktijdig vraagt hij zich af, of dit nu zo moet. Hij heeft alle respect voor de raadsbe sluiten in de afgelopen tijd ten aanzien van een stadhuis en een schouw burg. Nu komt men echter plotseling met een prioriteit voor de Beyerd en de V.V.V. Als er een visie op langere termijn ontwikkeld wordt en als er gedacht wordt aan Breda als het centrum van een agglomeratie van 250. 000 tot 500. 000 inwoners vraagt spreker zich af of het geen tijd wordt om te gaan inventariseren en een prioriteitenschema op te stellen. De moge lijkheid bestaat dan, dat men op een gegeven moment tot de ontdekking komt, dat de prioriteiten anders liggen dan ze aanvankelijk gedacht werden. Hij zou zich kunnen voorstellen, dat er bijvoorbeeld over 4 jaar een aan tal bibliotheken gefuseerd zijn en dat men zich dan gaat afvragen, waar men met de centrale bibliotheek naar toe moet. Spreker geeft toe, dat de detailplanning op langere termijn hem ont breekt, doch hij is niet overtuigd van de hele grote lijn, waarover van avond van gedachten gewisseld wordt. Hij vraagt zich af of we nu per se 6.000. 000. -- moeten besteden aan de uitbreiding van de Beyerd en het naar zijn smaak overtrokken plan van de V.V.V.terwijl er nog zoveel miljoen voor het hoogspoor ongedekt is, er nog zoveel huizen gebouwd moeten worden en een aantal scholen en winkels in de Hoge Vucht en IJpelaar moet worden gesticht. Hij vindt dit wel punten, waar bij in de besluitvorming rekening mee moet worden gehouden. Als de krantenberichten op de werkelijkheid aansluiten zou dit V.V.V. - kantoor het mooiste van West-Europa en misschien wel het mooiste van de hele wereld worden. Spreker vindt dit allemaal mooi, doch hij vraagt zich met zijn fractievoorzitter af of dit allemaal wel nodig is. Hij is er wel verbaasd over, dat hij niets gehoord heeft over het plan, dat naar hij meent te weten ook aan het college is toegezonden en dat ook in de pers is verschenen om de V.V.V. voorlopig te huisvesten in de schouwburg. Als tussenoplossing meent spreker, dat dit nog niet zo gek zou zijn. Als we ons zouden concentreren op de bouw van een stadhuis en als we de moed van de heer Niemeijer wat zouden temporiseren, zou V.V.V. voorlopig in de schouwburg gehuisvest kunnen worden. Deze op lossing, die zeker dringend nodig is, zou aanmerkelijk minder kosten, dan het nu voorliggende plan. Ten aanzien van de visie van de heer Niemeijer heeft spreker ook nog enkele kritische opmerkingen, die ove rigens niet persoonlijk bedoeld zijn. De vorige directeur van de Beyerd heeft naar spreker's mening een zeer aanvaardbaar cultureel beleid ge voerd. In het voorstel op pagina 4 staat, dat het bescheiden programma van de voormalige directeur van de Beyerd geen enkel uitzicht bood voor de ontwikkeling van de culturele aspecten. Spreker vraagt zich af hoe een visie zo radicaal gewijzigd kan worden als er een nieuwe directeur van de Beyerd komt, die overigens zelf gezegd heeft, dat hij nauwelijks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 430