^33
_2§e
9 NOVEMBER 1966.
houders met veel enthousiasme is verdedigd. De meest nuchtere benade
ring heeft spreker gehoord van prof. Brouwer. Dat is begrijpelijk, want
deze sprak tenslotte over zijn eigen werk en hij wil hem dan ook namens
zijn fractie bij deze gelegenheid de hulde brengen, die hem toekomt. In
de vorige raadsvergadering heeft hij gesteld, dat hij het een goed plan
vindt, maar dat voor hem de achtergrond van het culturele beleid ont
brak, waarvan dit plan de materiële vormgeving moest zijn. Vanavond
heeft de heer Niemeijer uiteengezet, wat hij met het cultureel centrum
wil gaan doen en spreker kan zich voor een heel groot gedeelte met die
visie verenigen.
Belangrijk acht hij het, dat gesteld is, dat hier een expositiecentrum moet
komen en niet zo zeer een museum; Ook belangrijk vindt hij het, dat
het in het voornemen ligt de potentiële kunstminnaars bij het werk van
het cultureel centrum te betrekken. Het feit van de door het college naar
voren gebrachte gedachte van de schaalvergroting van onze stad en het
feit dat de culturele infrastructuur bepaalde financiële offers vraagt zijn
zaken waarvan spreker zich goed bewust is.
Als spreker op deze wijze zijn waardering uitspreekt voor de opzet, zoals
die nu voor de Beyerd gekozen is, dan moet hij daaraan toevoegen, al
hoewel hij een samengaan met de V.V. V. bepaald niet ongunstig vindt,
dat hij van oordeel is, dat de V.V. V. toch wel erg veel ruimte nodig
heeft. Ten aanzien van de werkelijke behoefte van de V.V.V. tast de
raad nog in de mist. Spreker zou zich namelijk heel goed kunnen voor
stellen, dat het grootste deel van de ruimte die er nu is, waaraan ook
wel bepaalde stedebouwkundige uitgangspunten ten grondslag liggen, zou
worden gebruikt voor culturele activiteiten. Hij kan zich eveneens voor
stellen, dat er nog andere activiteiten zijn en dan denkt hij b.v. aan een-
uitbreiding met een bibliotheek voor boekwerken, op het gebied van de
beeldende kunst. Op de vragen, die hiermede samenhangen wenst hij nog
wel een antwoord van het college.
De exploitatielasten, die op de gemeentebegroting zullen gaan drukken
en speciaal het bedrag voor de V. V.V. acht spreker nogal hoog en hij
ziet de noodzaak daarvan nog niet in. jammer in dit verband acht hij het,
dat er nog geen investeringsplan is voor de jaren 1967-1976, want hij
vraagt zich af, of door het naar voren schuiven van dit plan, er zodanige
verschuivingen in het investeringsplan komen, dat bijvoorbeeld de bouw
van het gemeentehuis en de schouwburg en bijvoorbeeld schoolinstructie-
baden naar achteren worden geschoven. Daarin zou hij graag een duide
lijk inzicht krijgen.
Verder wil spreker nog een drietal detailopmerkingen maken-
In de eerste plaats is het zo, dat er een nieuwe filmzaal zal moeten worden
gecreëerd, omdat dat in de hele opzet noodzakelijk is. Jammer, dat de
nu aanwezige filmzaal niet zodanig gebouwd is, dat nu een wijziging
zou kunnen plaatsvinden.
Hoe wordt nu die filmzaal in het geheel gedacht Er zullen toch bepaalde
activiteiten zijn, die zich specifiek op die filmzaal richten, te meer,
waar deze een integrerend onderdeel is in het culturele centrum. Hoe heeft
men zich de toegang gedacht en zijn er voldoende mogelijkheden voor
een foyer en dergelijke.
Het tweede punt is de vergaderzaal, die gedacht is in het gedeelte van
de V. V.V.Dit is de enige specifieke vergaderzaal in het hele plan