f 3<? 9 NOVEMBER 1966. In het afgelopen jaar heeft men 75.000 mensen op bezoek gehad en het is belangrijk, dat die bezoekers in het hart van de stad komen, te meer als men daar vlak bij een cultureel centrum heeft waar men die bezoekers op attent kan maken, want die bezoekers komen ook bij de V.V.V. om in lichtingen over datgene wat er in de stad te doen is. Stedebouwkundig en architectonisch liggen er ook een aantal eisen, die aanpassing van dit plan aan het totale volume wat daar ligt, vragen. Er is namelijk een bouwplan gevraagd in samenspel met het nieuwe gemeente huis, waarin ook de schouwburg een stedebouwkundig en architectonisch verantwoord geheel moet vormen. In het verleden is er ook al eens met de raad van gedachten gewisseld over prioriteiten en er is toen een stemming uitgelokt over de vraag wat priori teit moest hebben de schouwburg dan wel het gemeentehuis. Het eigenaar dige was toen dat stadhuis en schouwburg één bouwmassa vormde, hetgeen impliceert, dat als men aan het een begint te bouwen, men ook het ande re gedeelte moet meenemen. Desondanks heeft toen het college gesteld, dat de bouw van het stadhuis voorrang moest hebben. Nu gaat het inder daad over twee verschillende zaken en nu zou men zich inderdaad kunnen afvragen wat het eerst noodzakelijk is. Daarover kan men echter tot in lengte van dagen van mening blijven ver schillen. Persoonlijk zou spreker willen stellen, dat dit plan toch wel voor tang moet hebben.omdathijhetmetdeheer.Nieméijer eens is., dat het hui dige Beyerdcomplex niet geschikt is om daar, gezien met de functie van Breda als achtergrond, te doen op cultureel terrein wat van een stad als Breda verwacht mag worden. Men moet zich eens voorstellen zegt spreker, dat er verder gesloopt wordt tot aan de Beyerd toe en dat dan midden in die vlakte een stadhuis en de schouwburg gebouwd wordt. Persoonlijk geeft spreker er de voorkeur aan om eerst de wand aan de Boschstraat klaar te maken een wand waar tegen over straks het stadhuis moet worden gebouwd. Bovendien is er nog een an dere wand waaraan een probleem verbonden is, namelijk de Veemarktstraat. Ten aanzien van dit plan kan echt niet gezegd worden meent spreker, dat het maar in de la gestopt moet worden en dat nu eerst maar het plan voor de schouwburg en het stadhuis verder ontwikkeld moet worden, terwijl dan de zaak. aan de Boschstraat maar moet blijven liggen zoals die nu ligt. Spreker gelooft, dat bij het afwegen van belangen niet alleen moet worden gelet op de functie, maar dat ook rekening moet worden gehouden met het stedebouwkundig aspect niet alleen omdat het dat waard is, maar ook in het belang van de neringdoenden aan de Boschstraat, de Veemarktstraat en de Catharinastraat. Ten aanzien van deze mensen meent spreker, dat het gemeentebestuur een opdracht heeft om dat gat zo spoedig mogelijk op te vullen en wel op een waardige wijze. Voor de waardering, die verschillende sprekers hebben geuit voor het enthou siasme, is spreker erkentelijk, maar hij zou zo graag zien, dat dat enthou siasme voor de visie van dat grote Breda ook weerklank zou vinden in de raad. De heer van Loon heeft gezegd, dat hij de exploitatielasten ten aanzien van de V.V.V. een moeilijke zaak vindt. Het kan de raad bekend zijn zegt spreker, dat de gemeente momenteel de personeelskosten van de V.V.V.vergoedt en dat de huisvestingssituatie van de V.V.V. eigenlijk Breda onwaardig is en dat bovendien het werk van de V.V.V. daarin ab-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 438