9**
9 NOVEMBER 1966.
herstructureren. Dit is een logisch voortvloeisel uit de aanvankelijke
opdracht, die de professor heeft gekregen.
Als er gesproken wordt over de congres- en tentoonstellingsruimte, dan
wordt daar inderdaad mee bedoeld "Het Turfschip". Dat een combina
tie van de V.V.V. met het gebouw van het Turfschip niet meer moge
lijk is, heeft spreker eerder op de avond reeds aangetoond.
Verder heeft de heer van der Werff nog gesteld, dat de belastinggelden,
die beschikbaar gesteld worden in de eerste plaats bedoeld zijn voor het
Bredase publiek. Met dit betoog zegt spreker, bedoeld hij eigenlijk
zich af te zetten tegen het feit, dat de V.V.V. in dit complex gehuis
vest wordt.
Het zal hem intussen duidelijk zijn geworden, dat de V.V.V. belang
rijk is voor de hele Bredase gemeenschap en dat het echt wel verant
woord is om daar wat gemeentegelden in te investeren.
Wethouder GIELEN zegt, dat hij na de uitvoerige beantwoording van
de gestelde vragen, nog behoefte heeft om over drie dingen iets te zeg
gen. Op de eerste plaats de vraag van de heer van Dun naar een inven
tarisatie. Hij gelooft, dat de heer van Dun bedoeld heeft een inventa
risatie van datgene wat op cultureel terrein op het ogenblik in Breda
werkzaam is. Hij meent er goed aan te doen de heer van Dun te ver
wijzen naar het uitvoerig cultuuroverzicht, dat door zijn voorganger op
14 december 1965 aan de raad is voorgelegd. In dit survey is een over
zicht gegeven van al datgene wat zich te Breda op cultureel gebied
ontplooit en bestaat. Hij meent dat niet gesteld kan worden, dat met
dit plan op enigerlei wijze afbreuk wordt gedaan aan datgene wat op
andere plaatsen in de stad al gebeurt, noch dat er sprake zou kunnen
zijn van een doublure wanneer uitvoering wordt gegeven aan datgene,
wat door de heer Niemeijer vanavond is gesteld.
De heer Vis heeft gesproken over cultureel beleid. Spreker gelooft, dat
een algemeen cultureel beleid voor de toekomst toch eigenlijk geen
verband houdt met het plan, dat vandaag aan de raad is voorgelegd.Het
is slechts een eerste uiting van het cultureel beleid gericht op de verre
toekomst.
Er is ook gesproken over de huisvesting van een bibliotheek binnen dit
complex. Wethouder Vermeulen heeft daarover reeds het een en ander
gezegd. Door het college wordt momenteel contact onderhouden met
de bibliotheken, doch het is nog te vroeg om over een eventueel resul
taat daarvan nu reeds iets te zeggen. Hij onderschrijft hetgeen wethou
der Vermeulen gezegd heeft namelijk dat, indien men zou denken aan
het onderbrengen van een bibliotheek in de ruimte, die nu gedacht wordt
voor de V.V.V.die ruimte bepaald onvoldoende is om daarin een
centraal instituut onder te brengen.
De heer van der Werff heeft gezegd, dat de passanten, die hier komen
echt niet allemaal gaan kijken wat er in de Beyerd te zien is. In eerste
instantie heeft spreker gesproken over passanten. Hij is nu van mening,
dat hij beter had kunnen zeggen, diegenen, die tijdens hun passage
hier verblijven.
Passage is een relatief begrip en hij is van mening, dat die passage
langer zal duren naar gelang het voor de vreemdeling meer attractief