L, TO
i&r
9 NOVEMBER 1966.
tie, die Breda in de toekomst toch ook op dit gebied zal moeten gaan
vervullen meent spreker, dat dit plan zal moeten worden uitgevoerd.
Als dit plan datgene is wat we op langere termijn werkelijk nodig
hebben meent hij dat men zich niet al te zeer moet vastklemmen aan
de zorgelijke financiële situatie, mede omdat het hier een voorberei-
dingsbesluit betreft.
De werkelijke uitvoering zal uiteraard moeten passen in het financiële
beleid, zoals dat in de komende jaren moet worden gevoerd. De rea
lisatie van dit plan zal mogelijk moeten zijn, wil Breda zich in de
functie van centrumgemeente handhaven.
Wethouder VERMEULEN zegt graag in tweede instantie te willen
trachten enkele vragen, die door leden zijn gesteld, bevredigend te be
antwoorden. De heren van Loon en van Dun hebben gevraagd blijvend
aandacht te schenken aan de overtollige ruimte, die aan de V.V.V.
is toegedacht. Spreker heeft al gezegd, dat men er niet bang voor be
hoeft te zijn, dat het college ruimte die de V.V.V. niet nodig heeft
aan de V.V.V. zal laten houden, maar dat die ruimte voor andere
doeleinden zal worden gebruikt.
Ook prof. Brouwer heeft in tweede instantie nog de flexibiliteit van
dit gebouw benadrukt. Laat de raad zich toch vooral niet teveel laten
leiden door de opvulling van het gebouw zoals die nu gedacht wordt.
De totale investering moet gezien worden als een onrendabele inves
tering in directe zin.
Welke activiteit men er overigens buiten de V.V.V. zal brengen zal
geen verlichting brengen ten aanzien van het budget.
Aan de heer Kroon en anderen, die daarover gesproken hebben ant
woordt spreker, dat het zaak is, dat met de V.V.V. op dit punt goed
van start wordt gegaan.
Het is alleszins verantwoord en er is ook alleszins reden toe, dat de
kosten van de V.V.V. niet alleen door de overheid worden gedragen.
Spreker blijft er echter bij, dat, als particulieren niet of in mindere
mate in de kosten willen bijdragen, dan de overheid zich nog niet aan
zijn taak ten opzichte van de V.V.V. kan onttrekken, omdat de over
heid weet wat de V.V.V. voor Breda betekent. In deze zin gelooft
hij dat de heer Kroon en het college niet veel van mening zullen ver
schillen.
Dan heeft de heer van Dun nog gevraagd of er nog meer wensen ten
aanzien van andere activiteiten zijn.
Prof. Brouwer heeft al gezegd, dat daar de aantrekkelijkheid van het
plan in is gelegen, dat, indien zich activiteiten aandienen, die in
relatie staan tot het cultureel centrum, dan daar ruimtelijk altijd een
oplossing voor kan worden gevonden.
De heer Kroon heeft gezegd, dat spreker er ten tweede male met het
voorbeeld van het politiebureau een beetje naast is geweest. Hoe dan
ook de uitvoering uiteindelijk mag uitpakken. Er is juist gehandeld
door bewust een programma van eisen, dat op de toekomst ziet, inde
bouw van het object te begrijpen. Ten aanzien van het politiebureau
is niet anders gehandeld, dan nu weer gedaan wordt ten aanzien van
de Beyerd-werken. Als men dat niet doet, wordt men binnen zeer af
zienbare tijd geconfronteerd met de noodzakelijkheid van uitbreiding.