45
16 FEBRUARI 1966.
Hij herinnert eraan dat compostering oorspronkelijk sterk overwogen werd
en op een vrij laat moment op de gedachte gekomen werd de Amerikaan
se verbrandingsmethode, middels ae bekende "speedburn" te volgen. Dit
systeem is echter zo duur dat burgemeester en wethouders het liever ach
terwege lieten en daarom enigszins verheugd zijn thans een goedkopere
mogelijkheid te hebben gevonden, waardoor niet hals over kop tot ver
branding behoeft te worden overgegaan.
Burgemeester en wethouders betreuren het dat geen intergemeentelijk over
leg betreffende deze aangelegenheid heeft plaatsgevonden. Er is wel over
leg geweest met de gemeenten waarin de ontgraving plaatsheeft maar niet
met de omliggende gemeenten. Spreker is van oordeel dat dit thans ge
laten moet worden voor wat het is.
De VOORZITTER neemt aan dat alle sprekers thans verheugd zullen
zijn dat in Breda eindelijk eens iets gevonden is waarmede enige tonnen
per jaar bespaard kunnen worden. Dit doet zich niet elke dag voor. Hij
meent dat dit wel eens deugdelijk onderstreept mag worden.
De heer VAN LOON merkt op dat wethouder Meijs heeft gezegd, dat
de verhouding van een particulier tot de Grontmij de gemeente niet zo
heel veel kan interesseren. Dit is naar zijn mening in zijn algemeenheid
wel waar maar van de andere kant kunnen er aantrekkelijke tarieven zijn
voor particulieren om daar te gaan storten. Iedere door particuliere ge
storte m3 is echter een m3 minder voor de gemeente.
Over het tijdvak kan de wethouder slechts mededelen dat het een ruime
tijd zal zijn. Spreker hoopt dat het een geruime tijd is, doch er is geen
enkele zekerheid. Dit wilde hij maar even vaststellen.
Uit de woorden van wethouder Meijs meent hij begrepen te hebben dat
met de 75.000 m3, genoemd in het voorstel, het leem bedoeld wordt,
doch dat daarbij nog geteld moet worden het zand, dat afgegraven wordt.
Indien dit zo is, dan Wordt het dus meer dan 75.000 m3. Is dit niet zo
en de omliggende gemeenten doen mede, dan moet spreker er beslist op
wijzen, dat de mogelijkheid om 75.000 m3 vuil te storten niet voldoende
is. Temeer omdat hem uit informaties is gebleken, dat omliggende ge
meenten eerder zouden gaan storten dan de gemeente Breda.
Tenslotte heeft hij van wethouder Meijs vernomen dat de put, waaruit
leem ontgraven wordt, bemaling zal worden toegepast.
Spreker zou gaarne willen weten of de plaats, waar vuil gestort wordt, ook
drooggehouden wordt.
De heer QUADEKKER vraagt of de voorzitter zich misschien nog de
vraag herinnert, die door hem gesteld is, namelijk wat gebeurt er met
het geld, waarvoor in het investeringsplan hiervoor gepland is. Spreker
wil net letterlijke antwoord van de wethouder herhalen, namelijk: "Het
is niet een overschot van mogelijkheden, die verwaarloosd kunnen worden".
Indien de voorzitter hieruit wijs kan, dan is hij verder dan spreker, want
hij kan er geen wijs uit en daarom zou hij de wethouder om een duide
lijker antwoord willen vragen.
De heer KRAMER zegt dat de droogmaking, die eveneens door de heer
van Loon wordt aangevoerd, reeds in de afdelingsvergadering is besproken.