-aw
16 NOVEMBER 1966.
Hij zou zich voor kunnen stellen dat naar aanleiding van een door spreker
geplaatste interruptie bij het niet politieke deel van het aanwezige ge
zelschap enig misverstand zou kunnen rijzen.
Thans stelt spreker er prijs op nadrukkelijk te verklaren dat hij zonder
meer overtuigd is van de integriteit van Prof. Brouwer en dat hij voor
hem en zijn medewerkers waardering heeft voor de wijze waarop getracht
wordt Breda en zijn binnenstad een nieuwe aanwinst te geven.
De VOORZITTER dankt de heer Melzer voor zijn mededeling en zal
Prof. Brouwer hiervan kennis geven ter verbetering van zijn gemoedsrust.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. NOTULEN.
De heer VAN DER WERFF zou gaarne een rectificatie willen aanbrengen
op pagina 369,4e regel van onderen, die naar hij meent reeds opgegeven
te hebben naar aanleiding van de gestencilde editie. Het woord anima -
nie" dient te worden gewijzigd in "anomalie".
Met inachtneming van deze wijziging worden de notulen vastgesteld.
2/3 INGEKOMEN STUKKEN.
De stukken genoemd onder 2a en b worden voor het uitbrengen van pre
advies in handen gesteld van burgemeester en wethouders.
3a. de heer BEURSKENS legt de volgende verklaring af:
Mijnheer de Voorzitter,
Het is mij een behoefte, mede namens de heren Hoekstra en Jansen een
verklaring, die reeds in het seniorenconvent werd afgelegd, thans ineen
openbare raadsvergadering te herhalen.
Toen wij lid werden van de Boeren-Partij meenden wij, dat wij ons aan
sloten bij een partij, die op democratische wijze stelling nam tegen het
naar onze mening gevoerde economisch-financieel beleid, zoals dit de
laatste jaren door de overheid, en dan bedoelden wij in het bijzonder
de rijksoverheid, werd gevoerd.
Het was ook om deze redenen, dat wij ons kandidaat hebben gesteld als
lid van de gemeenteraad van Breda.
Reeds bij de verkiezing van de provinciale staten, als ook uit de vele
adhesiebetuigingen van de Bredase bevolking, werd duidelijk dat onder
het kiezersvolk behoefte bestond om in het bijzonder hun ontevredenheid
over de landspolitiek te uiten.
Het werd ons echter steeds duidelijker dat de leider van de Boeren-Partij,
de heer Koekoek, niet van plan was de partij op democratische wijze
op te bouwen.
Hij noemde de nieuwe leden smalend de werkers van het laatste uur en
wenste geen welgemeende adviezen van "deze werkers" te accepteren.