<*n 524 16 NOVEMBER 1966. van Caulil kan hij volkomen onderschrijven. Een der overwegingen in de afdelingsvergadering was te bekijken of dit be drijf nauw verbonden was met de land- en tuinbouw en het voorstel daarom aan te houden tot de volgende raadsvergadering van 7 december 1966. Dit kon nog juist in verband met de op 8 december vervallende termijn. De heer KROON is van mening dat hij niet nader behoeft in te gaan op de technische details, omdat deze reeds door de heer van Caulil zijn uit eengezet. Spreker heeft echter dezelfde bezwaren, die hij ook reeds in de afdelingsvergadering heeft geuit. Wanneer betrokkene een gewoon groot agrarisch bedrijf zou gaan uitoefe nen, dan zou hij de beschikking moeten hebben over dezelfde machines, die hij nu in zijn loonbedrijf gebruikt. Dan zou er echter geen enkel be zwaar zijn, dat er een loods, zoals op de schetstekening tot uitdrukking is gebracht, zou worden gebouwd. Nu de man echter een loonbedrijf heeft, veronderstelt men dat er zich een soort klein-industrie gaat ontwikkelen. In de vergadering van de afdeling heeft spreker gesteld dat men daartegen bepaalde maatregelen zou kunnen nemen. In de vergunning zou men uit drukkelijk agrarische machines kunnen noemen. Gaat men in de loods vaste machines plaatsen dan komt hij in strijd met de hinderwet. Spreker heeft er bezwaar tegen dat de raad zonder meer de vergunning weigert. Naar zijn smaak moet er toch een uitwijkmogelijkheid zijn om deze man van dienst te zijn. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS wilde slechts een vergelijking trek ken. De raad heeft heel dikwijls kredieten goedgekeurd voor gebouwen, waarin de dienst van beplantingen machines en gereedschappen moest op bergen, gelegen in woonwijken. Zo er mogelijkheden voor deze gemeente dienst zijn, dan moeten ze er ook voor deze man zijn. De heer BIEMANS dacht eveneens dat dit voorstel van burgemeester en wethouders zou worden teruggenomen, omdat het in de jaren van zijn lid maatschap nog niet vaak is voorgekomen dat een in een bepaalde afdeling toegezegde aanhouding van een voorstel, niet werd nagekomen. Dit heeft spreker weerhouden zich nader over dit voorstel te informeren en te prepareren. Hij bewondert de heer van Caulil zijn wetenschap op agrarisch gebied en zou gaarne nog een enkele aanvulling willen doen op diens betoog. Gaarne zou spreker duidelijk onder de aandacht van burgemeester en wet houders willen brengen dat het loonbedrijf het allerbelangrijkste deel van het werk van de man is, waarbij toch uitdrukkelijk gesteld mag worden dat dit loonbedrijf in de agrarische bedrijven is ingegroeid. Spreker zou nog een voorbeeld aan willen voeren van een dergelijk soort bedrijf en dat is het z. g. potgrondbedrijf, dat dus tegen een x-prijs per m3 voor grond zorgt die geschikt is om bloemen en planten te potten. Elke tuinder en elke bloemenkweker is zelf in staat om die potgrond te ver vaardigen, doch het is veel economischer de potgrond van dit bedrijf te be trekken, Dit bedrijf is naar spreker's mening gelijk te stellen met het loon bedrijf, waarop het voorliggende voorstel van burgemeester en wethouders betrekking heeft. Ten aanzien van de houthandel wijst hij er nog op dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 477