*yêö> -3-95 16 NOVEMBER 1966. weest. In de verkeerscommissie heeft spreker naar voren gebracht, dat er naar zijn mening beslist enkele straten bij horen, namelijk de Ginne- kenstraat, de Haagdijk en eventueel de Boschstraat, alhoewel er geen bezwaar is deze straat er niet in te betrekken. Hij vindt het een onlógisch iets dat het blauwe zone-plan op een spinneweb gelijkt. Volgens nem be horen de Ginnekenstraat en de Haagdijk er beslist bij. In de verkeers commissie is men niet dieper op het plan ingegaan en hij biedt zijn ex cuses aan de wethouder aan dat hij zijn idee daar niet voldoende verde digd heeft, doch hij meent dat hij tekort zou schieten als hij in het fo rum van de raad, die beslissen moet, de genoemde straten niet naar vo ren zou brengen en hij is er vast van overtuigd dat binnen korte tijd veel raadsleden zich zouden afvragen waarom de Ginnekenstraat en de Haag dijk er niet bij genomen zijn. Omdat in deze straten ook voorzieningen nodig zijn wil spreker een aman- dement op het voorstel van burgemeester en wethouders indienen en de Ginnekenstraat en de Haagdijk bij het plan betrekken. Hij noemt het voor elke buitenstaander zeer onlogisch als de Houtmarkt wel en de Gin nekenstraat, die veel belangrijker is, niet in het blauwe zone-plan be trokken is. Spreker merkt nog op dat er in de verkeerscommissie gesproken is over controlemaatregelen en hij meende dat hierover in deze raadsvergade ring nog mededelingen zou worden gedaan. Uit de commissie is naar vo ren gebracht dat uitvoering van het plan alleen zinvol is als er een in tensieve controle plaatsvindt. Anders is de instelling van een blauwe zone waardeloos. Door de politie is aan spreker medegedeeld dat con trole moeilijk zal zijn wegens het gebrek aan manschappen. Tijdens de vergadering van de commissie is de suggestie gedaan hiervoor een spe ciale controleman aan te stellen. Gaarne zou spreker van burgemeester en wethouders vernemen of hieromtrent al besprekingen zijn begonnen en of deze besprekingen resultaat hebben opgeleverd. De heer VIS deelt mede dat zijn fractie bijzonder graag met hetvoor- stel van burgemeester en wethouders akkoord gaat omdat zij van mening is dat het noodzakelijk is tot een dergelijke maatregel te komen opdat de functie die de binnenstad heeft, ook metterdaad zal kunnen worden uitgeoefend. Hij vraagt zich af of er in de toekomst nog verdere maat regelen voor het behoud van de functie van de binnenstad zullen moeten worden genomen. Indien spreker het voorstel van burgemeester en wet houders bekijkt, is hij van mening dat het een groot voordeel is dat het plan zeer overzichtelijk is en dat het gaat óm een duidelijk begrensd ge bied. Het is namelijk een gebied dat gelegen is binnen de binnenste stadsring, die het eigenlijke hart van de stad omvat. Aan de buitenkant van deze ring is momenteel heel wat parkeergelegenheid aanwezig. Hier door is het nemen van de thans door burgemeester en wethouders voor gestelde regeling beslist verantwoord. Spreker is van oordeel dat eerst afgewacht dient te worden hoe dit plan werkt, voordat het gebied wordt uitgebreid. Hij noemt het voorstel van burgemeester en wethouders een compact geheel en overzichtelijk. Bo vendien is er buiten het voorgestelde gebied parkeermogelijkheid genoeg. Daarom wil spreker's fractie op dit moment nog niet met het voorstel van de heer van Werkhooven medegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 488