.33$
16 NOVEMBER 1966.
nieuwe wethouder. Beiden wil ik te dezer buiten alle verantwoordelijkheid
stellen, hetgeen overigens de hele discussie toch een - naar mijn smaak -
te academisch accent dreigt te geven.
Wij zijn uiteraard verheugd met de toezegging voor een betere begrotings-
bewaking in de toekomst, maar wij blijven geconfronteerd met het manco,
niet van vandaag maar in feite van gisteren. Daarbij is direct al sprake
Van een weinig duidelijke situatieschets in het preadvies van het college,
ilfimers, er wordt in de aanhef gesproken over het verontrustend financieel
overzicht over het eerste halfjaar 1966. Dat is toch niet nu pas bekend
Ik veronderstel dat niet: ik weet het. De raad van de beroepskunst was
hierover al eerder ingelicht. Ja,zelfs meen ik dat de vorige directeur daar-
ih reeds eens het probleem van de stijgende kosten en zijn verontrusting
daarover aangekondigd heeft. Maar de vorige directeur van de Stadsschouw
burg is met vele dankwoorden onzerzijds uitgeluid, hem treft geen schuld.
De vorige wethouder is eveneens dank gebracht, ook namens de V.V.D. -
fractie, hoewel wij niet steeds op alle punten zijn beleid onderschreven,
maar toch zeker ook namens de V.V.D. -fractie dank gebracht voor zijn
activiteiten ten behoeve van de gemeente.
Maar, toch blijft staan dat, noch in de raad, noch ten overstaan van de
raadsafdeling van culturele zaken van deze problematiek gerept is. Wie
wisten er dan eigenlijk wel van, vraagt ik me af. Want er staat duidelijk
in Uw preadvies: "was verontrustend", "waren op dat moment" (ik citeer)
en ik concludeer uit de tekst, dat "dat moment" gelegen is in juli/augustus
1966.
Een inlichting, een noodkreet op dat moment was onzes inziens alleszins op
zijn plaats.
Als ik het goed begrijp bestond er een te vage taakomschrijving en taak
verdeling tussen stadhuis en schouwburg ten aanzien van het financieel
beheer en beleid. Wat de Beyerd, die al jaren een duidelijk en naar ik
ook dacht een overzichtelijke begroting heeft, in dit preadvies dóet, blijft
mij raadselachtig. Vooral gezien de tekst aan het eind van de le alinea
"hoewel het halfjaarlijkse overzicht hiertoe niet direct aanleiding gaf".
Ik snap dat sous entendu, de nuance van dat "direct" eigenlijk niet. Of er
was wèl, of er was gëën aanleiding. In het laatste geval was het naar mijn
smaak duidelijker geweest wanneer de hele Beyerd er buiten gelaten was.
Dat de begroting van de Beyerd zich ietwat wijzigde ten aanzien van de
berekening is de raad uiteraard allang bekend om de doodeenvoudige reden
dat er gedurende een aantal maanden geen directeurssalaris uitgekeerd
hoefde te worden. Na het vertrek van de heer van Velzen en voor de komst
van de heer Niemeyer, terwijl ik veronderstel dat sindsdien een gecom
bineerd salaris op de rekening van de Stadsschouwburg en de Beyerd rust,
dus met andere woorden die situatie heeft zich gewijzigd.
Maar ten aanzien van de vaagheid in afbakening van taken zou ik er toch
op willen attenderen dat er ook van mijn fractie uit nog wel eens bij be
grotingsbehandelingen en ook incidenteel aangedrongen is op coördinatie
en efficiency in de bedrijfsvoering. Steeds werd dan door burgemeester en
wethouders geantwoord, dat de situatie in dit opzicht alleszins bevredigend
was. Maar bu blijkt dan toch de schuld te liggen bij de zo beruchte "sa
menloop van omstandigheden"
Wellicht willen burgemeester en wethouders stellen dat de opmerking over
efficiency steeds een te vaag karakter droeg.