w 341 16 NOVEMBER 1966. hand lopende post op dit moment te reduceren en in de toekomst tevoor- bu komen. na Bovendien wil spreker de vraag beoordeeld zien of de onderhavige situa- Sp tie aanleiding kan zijn de controle op dit punt ruimer te laten worden. op Zoals de heer van der Werff reeds heeft gesteld, zo zegt hij, zou deze vo situatie aanleiding kunnen zijn tot een ernstig beraad over de cultuur in da Breda. Hij zou hiervoor kunnen verwijzen naar de begrotingsbehandeling, de doch hij meent thans twee zaken aan de orde te kunnen stellen. ko In de voorafgaande raadsvergadering en bij de discussies in de afdeling ni' is gesteld en gevraagd om een cultuurnota. De wethouder heeft daarop va geantwoord dat er een cultuursurvey is. Hij wil echter thans in concreto ta aan burgemeester en wethouders verzoeken om tegen de achtergrond van he deze zaak de consequenties te bezien van het cultuurprogramma. ee In de vorige raadsvergadering is de nota van burgemeester en wethouders Sf over de publiciteit aan de orde gesteld. Deze nota zou thans in de dis- w< cussie betrokken kunnen worden en hij zou daarvan gaarne gebruik willen vc maken. Persoonlijk vindt hij de publiciteit een zeer belangrijke zaak. de Het gaat hem niet om detailvragen, maar het gaat hem over een aantal st< hoofdzaken. Op de eerste plaats zegt spreker dat de stelling, dat de pu- dc bliciteit kan verminderen omdat de bevolking de weg naar de schouwburg ac heeft gevonden niet juist is. Spreker is van mening dat de Bredase be- he volking de weg naar de Stadsschouwburg niet gevonden heeft. Bovendien bi noemt hij het persé onjuist dat zoals in het voorstel staat vermeld, dat Sp publiciteit dient om veranderingen te stimuleren. Op de tweede plaats v£ is hij van oordeel dat de culturele image van Breda toch op zijn minst in p£ het leven moet worden gehouden en niet mag verzwakken. te Op de derde plaats vraagt hij aan burgemeester en wethouders of er des- kundige inspraak is bij de helaas genoodzaakte beperkte bestedingen in pf de publiciteitskosten. Tenslotte doet spreker een klemmend verzoek aan Sj burgemeester en wethouders om eindelijk in de publiciteit aandacht te cl gaan besteden aan de agglomeratie. ni Alles bij elkaar tenslotte wil hij nog enkele opmerkingen in eerste in- v< stantie maken. Ondanks de ernst van deze kwestie, ondanks het feit dat z< spreker's fractie zeer zwaar aan de momentele gang van zaken tilt, wil oi hij toch naar voren brengen dat in de lijn van het cultuurbeleid, zowel gj op financieel gebied als qua inhoud voor een bevredigende culturele Ir creativiteit niet tot cultureel centen tellen vervallen moet worden. Ver- v< volgens vindt hij het noodzakelijk namens zijn fractie de waardering uit te te spreken, mede gezien de redactie van het voorstel van burgemeester O en wethouders, voor de uitvoering van het gehele beleid van de heer Vi van Male en dat zijn fractie zeer veel begrip toont voor de start van de ei heer Niemeijer, die waarlijk tegen deze achtergrond niet gemakkelijk D is en door spreker's fractie dan ook alle succes wordt toegewenst. v: W De heer KRAMER heeft het gevoel dat er vandaag een soort tussen- V' tijdse algemene begrotingsbeschouwing met betrekking tot de stadsschouw- n burg wordt beleefd. Men zou kunnen zeggen, dat het hiervoor te vroeg w is maar gezien het voorliggende voorstel van burgemeester en wethouders U kan men de opmerking maken dat de gemeenteraad te laat is. Er zijn ti namelijk zaken aan de orde, die direct uit dit voorstel naar voren spring- H en en die te ernstig zijn om er niet bij stil te staan. Het voorstel van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 494