fff 16 NOVEMBER 1966. nst. en wethouders betreurt hij deze gang van zaken en hij hoopt dat de maatre- ij steeds gelen, die genomen zijn om herhaling te voorkomen, doeltreffend zullen ictie zijn. Achter de mededeling van burgemeester en wethouders, dat zij ernaar rde be- streven de tekorten van de Beyerd en de Stadsschouwburg voor 1967 binnen slling in- de raming van f 581.600, - te houden, zet spreker echter een groot vraag- lj denkt teken, omdat de oorspronkelijke raming voor 1966 een tekort aangaf vanon- .turele geveer f 610. 000, - en de thans gewijzigde begroting een tekort te zien geeft ïd. Zijn van f 778.450, opt dat Bij de stijging van allerlei kosten zou dit een aanmerkelijke inkrimping van tigheid personeel en van activiteiten betekenen bij de Stadsschouwburg. Naar spre ke cijfers ker's mening zou dan een voor de stad Breda verantwoord schouwburgbeleid spoed niet mogelijk zijn. elang- Ten aanzien van de in de vorige raadsvergadering aangehouden mededeling inzake de publiciteit (voorstel bijlage nr. 437) wijst spreker erop, dat de gaarne raad voor de beroepskunst in de maand juli met de zeer hoge kosten werd duide- geconfronteerd. Er is toen reeds verteld dat bij handhaving van de omvang i wethou- van de publiciteit voor 1967 de kosten ongeveer f 132. 000, - zouden bedragen, taken en Hij wil hieraan nog toevoegen dat de raad voor de beroepskunst alleen op de i dus hoogte is gesteld van de hoge publiciteitskosten en niet van de andere kosten. Hiervan wist de raad voor de beroepskunst niets. Voor de publiciteitskosten srele za- heeft deze raad toen een bezuiniging voorgesteld van 55.000, zodat de tent dat ze voor 1967 ongeveer 77.000,- zouden bedragen. In de begroting 1967 concre- is een nog lager bedrag geraamd. g heeft De raad voor de beroepskunst heeft een bezuinigingsplan voorgesteld, zo 967, waar- zegt spreker, op grond van de overweging dat na een aanloopperiode van 3 >or de jaar het open schouwburgbeleid voldoende bij de burgerij bekend moet wor- i het den verondersteld. Hij is het met het voorstel eens en denkt dat er raadsle- sepskunst den zijn die de publicit eit in de oude omvang zouden willen handhaven. Naar zijn mening is veel belangrijker dan publiciteit sen intensieve publieks- anneer organisatie, waarvan de kosten belangrijk lager zijn. Ondanks de gedane :te van toezeggingen is er van een intensievere publieksorganisatie tot nu toe echter goed geen sprake geweest. ■rs te ort staat, De heer KROON wenst nog een enkele aanvulling te geven op het betoc" ngen. van zijn fractiegenoot. Het spijt hem zeer dat de raad geconfronteerd wordt >m de met een zeer onzorgvuldig beheer van de gemeentelijke financiën. Hij heeft er overigens geen behoefte aan na te gaan wie daarvan de schuld draagt. Dit thouders noemt hij de taak van burgemeester en wethouders en dit college in de hui- vermin- dige samenstelling kan er niets aan doen. Een enkele opmerking wil spreker toch nog plaatsen. Na bestudering van de stukken is hem gebleken dat er bij de Beyerd praktisch van geen enkele over- begro- schrijding van de begroting sprake is. De overschrijding van de post "publici- wijzi- teit", die bij de Beyerd voorkomt, met een bedrag van 9. 000, - is het ge- izonder volg van de koppeling van de Beyerd en de Stadsschouwburg in deze kosten. vei- Dat spreker's fractie destijds dit probleem heeft zien aankomen, doet thans in een niet ter zake. Het blijkt echter dat bij de Beyerd wel degelijk rekening is pgesomd. gehouden met de kosten, die begroot waren en dat men bij de Stadsschouw- en men burg dit met de grootste onzorgvuldigheid heeft gedaan. De post die hier het deze meest is overschreden namelijk met 45,000,- is de publiciteit, ofschoon zaak, deze in alle mogelijke onderdelen is gesplitst zoals affiches, foto's, program meester ma's, algemene drukkosten, bloemen, Uit in Breda, verzending Uit in Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 497