&C~/
548
16 NOVEMBER 1966.
het begin 1965 verkeerd is geweest en hij gelooft dat hij een ruimer in
zicht in de zaak heêft dan in het voorliggende stuk staat.
Vervolgens zou spreker gaarne aan burgemeester en wethouders willen
vragen met welke regelmaat de controle plaatsvond.
Tenslotte merkt hij nog op dat wethouder Gielen bij zijn antwoord geen
aandacht heeft besteed aan de vraag over de agglomeratie van Breda.
De heer KROON waardeert de verdediging van deze nare zaak ten
zeerste en vooral voor de wijze waarop wethouder Gielen, die er uit
eindelijk niet verantwoordelijk voor is, dit heeft gedaan.
Spreker heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag betreffende het
effectueren van de bewaking van de kredieten. Dit vindt hij ook voor
de toekomst zeer belangrijk.
Bovendien zou hij nog gaarne van burgemeester en wethouders vernemen
of er kwartaalrapporten van het verificatiebureau van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten zijn. Spreker heeft deze nooit gezien. Hij vraagt
of burgemeester en wethouders er kennis van genomen hebben en vraagt
of deze rapporten binnen korte tijd ter beschikking van de raad kunnen
worden gesteld.
De heer MENDES zou nog gaarne van burgemeester en wethouders
willen vernemen of de herziening van de begroting voor 1967 een in
krimping van de activiteiten van de stadsschouwburg zullen betekenen.
Overigens is het hem opgevallen dat wethouder Gielen een verklaring
heeft gegeven van het bedrag van 16. 000, - zijnde een overschrijding
van de algemene kosten staande op de begroting voor de exploitatie van
het gebouw. De 16.000, - waar de heer Kroon naar gevraagd heeft
betreffen echter de algemene publiciteit. In de afdelingsvergadering
voor culturele zaken is daar ook naar gevraagd en toen werd medegedeeld
dat de overschrijding het gevolg was van abonnementskosten op Neder
lands Theaternieuws, die gratis aan belanghebbenden worden toegezon
den. Op advies van de raad voor de beroepskunst zijn deze abonnemen
ten ook weer ongedaan gemaakt.
Tenslotte deelt spreker mede dat de Stadsschouwburg en de Beyerd geen
gemeentelijke diensten zijn. Dit is de oorzaak dat de heer Kroon geen
accountantsrapporten van beide instellingen heeft gezien.
De heer VAN DER WERFF zegt dat burgemeester en wethouders wel
zullen voelen dat hij met moeite de verleiding heeft kunnen onderdruk
ken om te interrumperen toen van de b. en w. -tafel gezegd werd dat
aan die zijde van de zaal de zuinige hoek was en hij toen graag verwe
zen zou hebben naar no. 484 van de bijlagen. Uiteindelijk is bij de
stadsschouwburg een situatie ontstaan waardoor in financieel opzicht de
zaak totaal uit de hand is gelopen. Het is natuurlijk een samenloop van
omstandigheden geweest dat dit is geschied. In de afdelingsvergadering
is er reeds een x-aantal uren over gesproken. Daarom wil spreker er thans
niet veel over zeggen. Het blijft natuurlijk een hele nare zaak, mede
naar aanleiding van hetgeen wat hij in eerste instantie heeft gesteld,
namelijk dat hij bij herhaling twijfelt aan de juiste organisatorische hiër
archieke opbouw van de cultuursituatie van Breda.