16 NOVEMBER 1966. Bijzonder verheugd is hij, dit mag hij namens zijn fractie zeggen, dat wethouder Gielen de raad heeft gerustgesteld en dat de wethouder heeft toegezegd op korte termijn een gewijzigde begroting 1967 te zullen in dienen. Een belangrijk aspect is daarbij dat vorige week de raad zich heeft voorgenomen een nieuwe investering te gaan doen en dat er toch rekening medegehouden dient te worden dat er dan nog eens extra kosten zullen komen. Hierbij hoort spreker het geluid van de heer Kramer en ook hij ziet de begrotingspost stijgen. Indien dit dan tevoren bekend is kan de raad zich erover bezinnen of het dit waard is. Spreker is verheugd over de toezegging van wethouder Gielen over een financiële analyse van het cultureel pakket dat Breda biedt en hij vindt het prettig dat de wethouder dit zo vlug na spreker's vraag in de afdelings- vergadering reeds op gang heeft gezet. Twee punten zou hij nog gaarne naar voren brengen, omdat hij op deze vragen nog geen antwoord heeft gekregen. De raad wordt bij aanschaffing van elke container voorgelicht met een- preadvies van burgemeester en wethouders. Hij vindt het jammer waar om dit bij de aanschaffing van een koffiezetmachine en een frisdranken automaat niet is gebeurd. Als het moet praat hij gaarne over containers en had dit ook gaarne gedaan over beide reeds genoemde apparaten. Deze doos van Pandorra is voor de raad gesloten gebleven. Spreker hoopt dat in het vervolg de raad in het beleid van de schouwburg betrokken zal worden opdat er een lijn getrokken wordt met andere dien sten en afdelingen van de gemeente. Tenslotte wijst hij erop dat nog niet helemaal is opgehelderd waarom de laatste informatie zo laat kwam, want in juli/augustus lag dit probleem reeds ter tafel. De heer KRAMER brengt gaarne dank aan wethouder Gielen voor de manier waarop hij de raad heeft ingelicht. Hij voelt zich angstig als de wethouder zegt dat er te laag is geraamd. Dit zal dus logisch gevolg worden door een verhoging van de uitgaven. Natuurlijk is spreker niet tegen verhogingen, maar hij wil burgemeester en wethouders toch wel adviseren hiermede zeer voorzichtig te zijn. Verheugd is hij daarom met de toezegging dat er een cultuurbegroting zal komen, omdat de raad er dan over zal kunnen praten. Zonder de doelmatigheid uit het oog te ver liezen zou spreker gaarne zien dat het rendement in het oog wordt gehou den. Hierbij heeft hij begrip voor de situatie dat rendement en doelmatig heid bij de cultuur hele moeilijke componenten zijn. Spreker is het met wethouder Gielen eens, indien deze zegt dat het het beste is om er een punt achter te zetten. Wethouder GIELEN deelt mede dat in gesprekken met de directeur tot uitdrukking is gebracht dat de publiciteit meer gericht moet worden op de agglomeratie van Breda. Dit kan op verschillende manieren geschieden. In de plaatsen rond Breda kan gelegenheid gegeven worden om entreebil jetten te kopen voor de stadsschouwburg. Ook kan men op grote schaal in de agglomeratie affiches ophangen. Men kan iemand belasten met de taak om de Stadsschouwburg en de Beyerd bij het grote publiek in de om geving van Breda grotere bekendheid te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 502