z&tr 5^3 16 NOVEMBER 1966. Dit zijn punten, die bij de besteding van de publiciteitsgelden onder het oog genomen zullen moeten worden. Het verificatiebureau is bezig geweest met de controle van de admini stratie van de schouwburg over de eerste negen maanden van dit jaar. De ze controle is thans voltooid. Over de post van 16.000, -- waarop de heer Mendes hem gewezenheeft, moet spreker zeggen, dat hij zich in eerste instantie vergist heeft. In de begroting staan twee posten van 16. 000, -. Er is een overschrijdingvan 16. 000, - op de begroting betreffende de exploitatie van het gebouwen er is een niet geraamde post van 16.000, - onder volgno. 8 1 op de be groting betreffende de uitvoeringen. Deze laatste betreffen inderdaad de uitgave van Theaternieuws met meerdere schouwburgen in Nederland te zamen. Deze uitgave is de oorzaak geweest van deze grote kosten. Het desbetreffend contract is door de directeur al opgezegd en er behoeven nu geen kosten meer gemaakt te worden. De heer van der Werff, zo zegt spreker, heeft nog eens herhaald wat hij in de vergadering van de afdeling reeds heeft gezegd en heeft een zeke re band gelegd tussen de besluiten die in de laatste openbare vergadering zijn genomen en de zaken, die thans voorliggen. Hij gelooft echter dat hier onderscheid gemaakt moet worden. In de laat ste vergadering is gesproken over vergroting van de Beyerd en thans wordt er gesproken over de schouwburg. Een verband tussen deze twee zaken leggen is naar zijn mening niet juist. Spreker besluit met de mededeling dat er gestreefd wordt naar een regel matige inzending van kredietbewakingsoverzichten en dat dit ook bereikt zal worden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 48. KREDIET OMBOUW CENTRALE VERWARMING CATHARINASTRAAT 24 (MUZIEKSCHOOL). Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 49. UITBREIDING PAARDESTAL IN HET POLITIEBUREAU. De heer DE GIJSEL zegt dat er bij dit voorstel van burgemeester en wethouders een krediet van 19. 000, - gevraagd wordt voor de uitbrei ding van de paardestal in het politiebureau. In de raadsvergadering van 12 mei 1965 is door de voorzitter toen naar aanleiding van gestelde vra gen geantwoord dat hij gedacht had dat er gevraagd zou worden waarom er geen vierde paard kwam. Dit zou gepaard gaan met de bouw van een nieuwe stal en er was toen geen geld voor, omdat van de rijksvergoeding slechts drie dieren konden worden onderhouden. Spreker vraagt of er thans geld beschikbaar is voor de aanschaffing van een vierde paard. De VOORZITTER deelt de heer de Gijsel mede dat het antwoord op zijn vraag in het voorstel van burgemeester en wethouders vermeld staat. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 503