sro 16 NOVEMBER 1966. .3&4 suggestie, die hij onder de aandacht van burgemeester en wethouders heeft gebracht. Anderzijds moet spreker aanvoeren dat de hele ontwik keling in de bewoning van het kamp dusdanig verwarrend is dat op het moment, dat de ministeriële suggestie op tafel lag, voor Breda zeker niet vaststond dat de ontwikkeling zich zou voltrekken zoals die zich voltrokken heeft. Intussen heeft men moeten constateren dat de toeloop van continue aard is. Continu zijn er een 30 a 50 wagens boven het toegestane aantal. Daar uit is geleidelijk aan het standplaats innemen in de nabijheid van het woonwagencentrum gegroeid. Klappende uit de school kan spreker mededelen, dat op het moment de tekeningen gereed liggen voor een totaal nieuwe conceptie, die binnen de opzet van de regionale regeling zal worden gevat, namelijk het in richten van een 80-tal overgangsstandplaatsen, die gedeeltelijk geac commodeerd worden. Of dit plan zal slagen hangt mede af van de bereid heid van het ministerie om die zaak subsidiabel te willen verklaren. Overigens moet het bestuur van de regionale regeling in eerste instantie en de raden van de aangesloten gemeenten hun fiat hieraan geven. De toestand is in deze natte moesson bepaald niet houdbaar en gevreesd wordt, zo zegt spreker, dat er dit jaar meer wagens zullen komen dan vorig jaar. Letterlijk en figuurlijk komt men dan in het moeras terecht met de minder aangename consequenties, die hieraan verbonden zijn met de daaraan niet te aanvaarden gevolgen. Dit is de reden waarom burgemeester en wethouders gemeend hebben voor dit seizoen tijdelijke maatregelen te moeten treffen in de hoop dat het in studie zijnde plan voor het volgend jaar uitgewerkt zal kunnen zijn. Spreker hoopt dat dit aan de heer Barij enige genoegdoening geeft, wan neer hij van de plannen hoort. De heer BARIJ is blij dat daar geen tweede Baronielaan zal komen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. RONDVRAAG. De heer VAN GASTEL zegt dat vorig jaar op een door hem gestelde vraag door burgemeester en wethouders is geantwoord dat er op de par keerplaats bij het Kerkpad geen woonwagens meer zouden worden ge plaatst. Thans heeft spreker echter weer geconstateerd dat er een woonwagen en een caravan standplaats hebben. Hij vraagt burgemeester en wethouders hieraan weer eens aandacht te besteden. De heer DE GXJSEL deelt mede dat door de aanleg van nieuwe wegen dé benaming van de Ploegstraat en de Erasmusweg erg verwarrend is ge worden. Spreker vraagt aan burgemeester en wethouders of beide straten een an dere benaming zouden kunnen krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 507