S-/$
7 DECEMBER 1966.
daan is. Zij vraagt daarom aan burgemeester en wethouders te willen be
vorderen de verwarmingsinstallatie in orde te maken.
ANTWOORD.
De raad besloot in zijn vergadering van 14 september 1966 tot het beschik
baar stellen van een krediet.
Nadat de vereiste goedkeuring van gedeputeerde staten was ontvangen werd
bij brief van 31 oktober 1966, OSS/11070, de dienst van openbare werken
gemachtigd tot de uitvoering.
Op 2 november werd de opdracht mondeling verstrekt aan de Verwarmings
Maatschappij Deerns N.V.
Op 21 november 1966 werd met de onderhavige werkzaamheden begonnen.
4. DE BENOEMING VAN EEN LERAAR IN VASTE DIENST AAN HET GE
MEENTELIJK GYMNASIUM,
Overeenkomstig het voorstel wordt de heer G.M.J.Donker benoemd.
5. HET VERLENEN VAN EERVOL ONTSLAG AAN DE HEER P. STOCKER
MANS ALS LERAAR IN VASTE DIENST AAN DE GEMEENTELÜKE TECH
NISCHE AVONDSCHOOL.
6. UITKERINGEN INEENS AAN SECRETARISSEN, ONTVANGERS EN AMB
TENAREN VAN DE BURGERLIJKE STAND.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
7. HET OVERDRAGEN IN EIGENDOM VAN COMPLEXEN WONINGWETWO
NINGEN MET DAARBIJBEHORENDE GARAGES AAN DE R. K. BOUWVER
ENIGING "ST.JOSEPH" EN DE R.K.WONINGBOUWVERENIGING "ST.
LAURENTIUS" ALSMEDE HET VERSTREKKEN VAN LENINGEN EN EX
PLOITATIEBIJDRAGEN AAN DEZE VERENIGINGEN.
De heer VAN CAULIL zegt ook in de afdeling voor openbare werken
reeds dezelfde vraag te hebben gesteld, doch omdat hij daar toen geen
voor hem begrijpelijk antwoord heeft gekregen wil hij ze ook nog eens in
het openbaar stellen. De huurder van een gemeentelijke woningwetwoning
heeft het recht om die woning te kopen op nogal gunstige voorwaarden.
Nu worden de woningen echter overgedragen aan ae woningbouwvereni
gingen. In de afdeling voor openbare werken is gesteld, dat de mogelijk
heid tot koop voor de bewoner wel zal blijven bestaan, omdat de rijksre
geling ook zal gelden voor de nieuwe exploitant. De mogelijkheid bestaat
echter, dat de bouwvereniging helemaal geen interesse heeft om woningen
te verkopen. In elk geval heeft spreker geen zekerheid, dat de bewoner
nog in dezelfde mate de kans zal hebben om de door hem bewoonde wo
ning te kopen, hetgeen toch uiteindelijk de bedoeling was. In verband
hiermede vraagt spreker of er zekerheid kan worden gegeven, dat de bewo
ners hun woning kunnen kopen en op welke wijze dat zou kunnen. Als dit
niet zou kunnen, hetgeen spreker zou betreuren, dan zou hij graag willen,
dat de mensen dat tevoren zouden weten, namelijk bij het aangaan van het