ÓT&é 7 DECEMBER 1966. De heer VAN DER WERFF zegt, dat zijn fractie nooit gelukkig is ge weest met de instelling van Proloog. Indertijd heeft hij ook al voorspeld, zoals ook meerdere leden dat gedaan hebben, dat hier een uitwas dreigde te komen en dat, wanneer eenmaal zo'n zaak op gang werd gezet, de mo gelijkheid bestond, dat het ver uitgroeide boven de oorspronkelijke opzet. Op het ogenblik bedraagt naar sprelcer meent de totale exploitatie van Pro loog rond de 2 ton per jaar. Daar zou de gemeente Breda bijzonder zwaar door belast kunnen worden, omdat door de meerderheid van de raad in principe besloten was, dat Proloog bestaansrecht had voor Breda. Een be sluit waar spreker's fractie nogal huiverig voor was. Nu wil spreker het col lege namens zijn fractie toch wel een compliment maken, omdat het ten aanzien van Proloog duidelijk een andere weg is ingeslagen en wel omdat er een geheel ander systeem van subsidiëring is opgezet. Nu krijgt spreker de indruk en hij zou daaromtrent graag een bevestiging van de wethouder horen, dat we uitsluitend aan Proloog gaan betalen, naarmate er door Proloog voor de gemeente Breda een prestatie op tafel wordt gelegd. Zo lang er in Breda geen Proloogmannen op de planken verschijnen krijgt Pro loog van Breda niets uitbetaald. Spreker zegt, dat zijn fractie dit systeem van subsidiëring beter acht dan het voorgaande en dat zij op deze basis met verstrekking van het tekort van 540, 70 kan instemmen. Verder zou spreker graag het voorstel van de heer Kroon ondersteunen om het tweede gedeelte van het voorstel bij de begrotingsbehandeling te be spreken, omdat het hem niet helemaal juist lijkt, om zich nu reeds te gaan uitspreken over een post, waarvoor nog geen raming in de begroting is opgenomen. De heer MENDES zegt, dat in het verleden ook door zijn fractie be zwaar is gemaakt tegen net uitzetten van de begrotingen van Proloog. Ten aanzien van de voorstellingen voor instellingen van onderwijs heeft zijn fractie niet zoveel bezwaar gemaakt, als ten opzichte van de voorstellingen voor volwassenen, omdat daaraan naar de mening van de leden geen be hoefte bestond. Zoals de heer v.d. Werff reeds opgemerkt heeft, is het college een geheel andere weg ingeslagen en m et dat nieuwe systeem gaat spreker's fractie gaarne akkoord. Vooral met het oog op de voorstellingen voor het onderwijs is het misschien toch wel beter om de banden met Pro loog niet helemaal af te kappen. Wethouder GIELEN zegt, na hetgeen in 1964 en in 1965 in de raad ten aanzien van Proloog gezegd is, heel goed te begrijpen, dat er bij de raad een erg groot enthousiasme bestaat om thans opnieuw gelden voor Proloog eschikbaar te stellen. Als raadslid was hij hier indertijd ook nogal op te gen. Anderzijds zegt hij, moet men er toch begrip voor hebben dat het voor zijn voorganger toch wel heel moeilijk was om zich in 1966, toen het programma voor 1966 - 1967 al bepaald was, zonder meer uit het collegi ale overleg terug te trekken. Aan diens beleid en aan de waarschuwingen, die hij uit de raad heeft meegekregen, is het te danken dat hij het klaar gespeeld heeft om het fundament te leggen voor deze nieuwe manier van subsidiëren, waarbij Breda en overigens ook de andere gemeenten die hier aan meedoen, zullen betalen naar behoefte. Voor 1966 - 1967 zijn voor Breda als behoefte geraamd zeven eenheden. "Eenheden" wil niet zeggen voorstellingen, maar elke voorstelling heeft een bepaalde eenheid of een fractie daarvan. Dat wil geenszins zeggen dat er ook zeven eenheden ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 526