S-74" 7 DECEMBER 1966. bruikt zullen worden. Tot nog toe staan nog maar vier van die zeven een heden vast. Als er geen zeven eenheden verbruikt worden zullen er maar zoveel eenheden betaald worden als er genoten zijn. Dit systeem van sub sidiëren geeft naar de mening van het college reden om de draad met Pro loog niet definitief door te snijden. Spreker kan zich voorstellen dat, als men het ziet in het licht van het educatieve element, het toch nuttig kan zijn om eventueel bij de instructie op scholen en bij voorstellingen in de schouwburg van Proloog gebruik te maken. Men moet goed voor ogen hou den dat het zeker niet de bedoeling moet zijn om naast de andere toneel gezelschappen nog een nieuw gezelschap binnen te halen. Het college is van mening, nu betaald kan worden naar behoefte, dat gezien het educa tieve element bezien moet worden of van Proloog gebruik gemaakt kan worden en zo ja, dat er dan ook betaald moet worden naar de mate dat men er gebruik van maakt. Spreker meent, dat daar toch weinig principi ële bezwaren tegen gemaakt kunnen worden. Hij zou het bijzonder op prijs stellen als net hem zou gelukken tegenover de heer Kroon het succes te mogen boeken, dat deze zijn principes even zou willen laten varen. In beginsel hebben de heren Kroon en van der Werff gelijk waar zij gevraagd hebben of het niet juister zou zijn het voorstel ten aanzien van 1966 - 1967 bij de begroting te behandelen. Het college was echter van mening, waar het hier om een klein bedrag gaat, dat weliswaar niet in de begroting voor zien is, maar altijd uit de post onvoorzien bestreden kan worden, dat hier over toch wellicht vanavond een beslissing zou kunnen worden genomen. Ten aanzien van 1967 - 1968 is nog totaal niets beslist. De onderhande lingen daarover zullen begin 1967 beginnen in het subsidiëntenoverleg en bij die gelegenheid heeft het college de ruimte en de mogelijkheid om er bij de raad op terug te komen of Breda in 1967 - 1968 nog verder zal par ticiperen. De heer VAN DER WERFF zegt, dat zijn fractie akkoord gaat met de suggestie van de wethouder over het enthousiasme, dat zij ten aanzien van deze regeling zou kunnen opbrengen. Een gematigd enthousiasme, maar het is toch een enthousiasme ornaat hier het behoefte-element van de bur gerij een rol bij speelt. Zijn fractie gaat akkoord met het gevraagde sub b, mits dit niet dadelijk als een precedent zal worden gehanteerd. Spreker heeft respect voor het college en met name voor de wethouder, die deze gewijzigde verdeelsleutel tot stand heeft weten te brengen. Ergens moet toch het tekort door de vier gezamenlijke gemeenten betaald worden. De wethouder heeft gezegd, dat als er zeven eenheden worden afgesproken er dan 7/256 deel van de verdeelsleutel betaald moet worden en dat als er maar vier eenheden gebruikt worden de drie resterende niet betaald be hoeven te worden. Wie betaalt het tekort dan wel, vraagt spreker zich af; het moet toch ergens vandaan komen. Bovendien heeft hij er bezwaar te gen, dat men elke keer weer met tekorten komt, temeer waar ze tevoren weten naar welk bedrag ze moeten rekenen. De heer KROON zegt, dat hij evenals de heer van der Werff bezwaar heeft tegen het overschrijden van toegestane kredieten. Omdat het zo'n klein bedrag is, wil hij nu echter wel met het college meegaan, ofschoon hij dat niet erg principieel van zichzelf vindt. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 527