ér3
7 DECEMBER 1966.
het geen punt om zo maar af te doen zonder dat de raad weet wat er al
lemaal te doen was in de stallen. Vroeger stond hij lijnrecht tegenover
het college in deze aangelegenheid en hij heeft namens de heer van Gis
bergen ook verschillende opmerkingen gemaakt. Door de afdeling is een
degelijk onderzoek ingesteld naar de stallen en de gebouwen. Voor wat
de gebouwen betreft zegt hij niets dan lof te hebben; er staan degelijke
gebouwen, die degelijk afgewerkt zijn, met degelijke afscheidingen enz.
Het is daarom zo jammer, vooral ten aanzien van de architect, die zich
bij het bezoek van de afdeling nogal erg gevoelig toonde, dat dit allemaal
zo gelopen is. De architect had naar de mening van de afdeling aan de
hand van de tekening een degelijk gebouw weggezet. Als men tijdens de
bouw wijzigingen gaat in voeren, zoals het maken van drinkgoten in plaats
van drinkbakken, dan heeft dat tot gevolg, dat de reeds gelegde riolering
en de giergoten niet meer op hun plaats liggen.
De heer van Gisbergen had er volgens spreker "elijk in, toen hij stelde.dat
èr tijdens de verbouwing een wijziging was aangebracht en dat door die wijziging
een geheel ander vloervak is ontstaan en een geheel andere indeling.
Tijdens het onderzoek bleek wel degelijk, dat het mogelijk was dat de
drinkbakken bevuild werden en dat de roosters te klein waren en dat ze
bovendien op de verkeerde plaats lagen. Dat was gewoon een gevolg van
het verzoek om in plaats van drinkbakken drinkgoten te maken. We moe
ten blij zijn, zegt spreker, dat de heer van Gisbergen ons daar met de
neus op gedrukt heeft om duidelijk te maken, dat het zo niet in orde was.
Hij gelooft, dat men hier iets te veel elkaar heeft willen verdedigen in
plaats van ronduit te zeggen: "Houdt eens rekening met onze wensen".
Als er zich tijdens de bouw wijzigingen voordoen geeft dit aanleiding voor
allerlei meerkosten. Ook in dit plan hebben zich wijzigingen voorgedaan
en wel zodanig, dat men op een gegeven moment moest zeggen, dat de
drinkgoten bevuild konden worden en dat de roosters verkeerd lagen. Het
is allemaal niet erg als men wijzigingen wil aanbrengen, als men het dan
maar zegt, als er meerkosten aan vastzitten. Spreker is blij, dat uit de
gestelde post een degelijke verplaatsbare buizenconstructie geplaatst kan
worden en dat de roosters vergroot kunnen worden en dat dus ook de meer
kosten kunnen worden opgevangen. Het grootste bezwaar blijft echter,
dat de middengang kleiner gemaakt is. Uit de gesprekken, die de afde
ling gehad heeft met de grossiers, hetgeen ongedwongen ging en waaruit
men niet de indruk kreeg dat het allemaal voorbereid was, is gebleken,
dat die mindere ruimte helemaal niet bezwaarlijk is.
Wethouder GIELEN zegt, dat hij niet veel aan het betoog van de heer
van Caulil heeft toe te voegen. Zelf is hij tweemaal ter plaatse geweest
en wat de heer van Caulil heeft gezegd, kan hij slechts onderschrijven.
Hij gelooft, dat door de twee verbeteringen, die aangebracht zullen
worden, namelijk het vergroten van de roosters en het aanbrengen van
beugels, zodanig, dat de beesten niet meer in de drinkbakken kunnen
komen, aan de bezwaren, die de heer van Gisbergen destijds geopperd
heeft, voldoende is tegemoetgekomen.
De VOORZITTER zegt, dat de leden van de raad, die ook in juni al
deel uitmaakten van de raad, hoogstwaarschijnlijk toch wel zullen be
grijpen, dat het voor hem een genoegen is te constateren, dat er van die