&3Ï 7 DECEMBER 1966. al- grote fouten, die er indertijd gemaakt zijn niet veel is overgebleven, er Hetgeen de heer van Caulil heeft gezegd namelijk dat de drinkgoten er Gis- oorzaak van zijn, dat er te "korte staanplaatsen voor het vee zijn, gaat een niet op omdat de drinkgoten geen plaats voor het vee wegnemen. Het is rat precies hetzelfde als bij de drinkbakken, omdat het vee boven de drink- ke goten kan staan en liggen vanwege de lage ligging. Intussen is het zijn enz. patent, dat toegepast wordt. ;ich smaal De heer VAN CAULIL zegt, dat het helemaal niet zijn bedoeling was de om in tweede instantie nog iets over deze zaak te zeggen, maar dat dat 3 de nu door de voorzitter uitgelokt wordt. Als hij als lid van de afdeling mee- laats gaat om voorgelicht te worden vertrouwt hij erop, dat hij een juiste voor ging lichting krijgt. Hij is akkoord gegaan met de gewijzigde maten dat wil zeggen in plaats van 8 m. nu 7 m. Als echter het gehele bouwteam en de e.dat architect zeggen, dat er een wijziging in de vloer is ontstaan om dat er ijziging in plaats van drinkbakken, drinkgoten gemaakt zijn, dan wil hij er nog wel aan toevoegen, dat hij het heel idioot vindt, dat de afvoergoot en Ie de roosters op de verkeerde plaats gelegd worden. Dit laatste moet hij -e namelijk constateren als de voorzitter zegt, dat de drinkgoten geen wij - van ziging in de vloer tot gevolg hebben gehad. Met de uiteenzetting die hij noe- ter plaatse heeft gekregen wil spreker akkoord gaan, doch met die vande voorzitter perse niet, omdat hij daar ernstig bezwaar tegen heeft, was. in De VOORZITTER merkt op niet gezegd te hebben, dat de goten op de juiste plaats lagen. Dat heeft hij wel geconstateerd toen hij ter plaatse voor is wezen kijken. De afstand is echter niet gewijzigd nu er drinkgoten in aan plaats van drinkbakken gemaakt zijn. de Het Hierna wordt de discussie over het rapport gesloten, dan Ie De VOORZITTER zegt daarna het volgende: tan eer- "Dames en heren, leden van de gemeenteraad", Op deze hamer, die ik thans voor mij houd, staat vermeld: e- "Ter gelegenheid van de ingebruikneming van de nieuwe raadzaal 1926". uit n, 1926. Veertig jaar geleden. Een heel andere tijd, heel andere verhou dingen, ook in onze gemeente. Ik wil U dit demonstreren aan de hand van enige cijfers, eer In 1926: 30.000 inwoners, 21 raadsleden, 25 ambtenaren ter secretarie, est Thans 120. 000 inwoners, 39 raadsleden, 175 ambtenaren ter secretarie, In 1926 de gewone dienst een totaaltelling vertonende van 3 miljoen, de kapitaalaienst van +3,5 miljoen en de schuldenlast 5 miljoen be dragende. Thans vergelijkbare bedragen van ruim 50 miljoen, ruim 60 miljoen en I 350 miljoen. De nieuwe raadzaal. Op 28 juni 1926 werd zij in een extra zitting van de 1 gemeenteraad geopend. Van de toen aanwezige stadsbestuurders zijn al leen nog de raadsvoorzitter (Van Sonsbeeck, die volgend jaar 90 jaar üe wordt) en Mr. baron Speyart van Woerden in leven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 533