6-3 5- a82- 7 DECEMBER 1966. De nieuwe vergadering vond plaats op 19 mei 1924. Burgemeester en wethouders produceerden een nota, waarin zij de ontstane moeilijkheden schetsten. Het dreigende verlies van het legaat gaf de doorslag. De raad legde zich bij het voorstel van burgemeester en wethouders neer. Op 25 juli 1924 vond de aanbesteding van het eerste gedeelte der bouw kundige voorzieningen ten stadhuize plaats. Gegund werd aan M. Bakke ren te Prinsenhage voor 52.550, -, op 4 november 1924 geschiedde de aanbesteding van het tweede gedeelte der bouwkundige voorzieningen. Gegund werd aan J. Mol Mies en Co te Breda voor 95. 000, -. In juni 1926 was de hele verbouwing en vernieuwing klaar en waren de ruimten ingericht. Dit laatste niet het minst dank zij de vrijgevigheid van diverse burgers. "Begreep zij dat wil zeggen mevrouw Oukoop), dat de toenemende taak van het gemeentebestuur een veranderd stadhuis eischte, velen, wier tegenwoordigheid in deze raadsvergadering wij op hoogen prijs stellen, begrepen, dat samenwerking en vrijgevigheid om den bouw te verfraaien, naast een stoffelijke waarde in hoogere mate het ideëele karakter hebben van een gelukkig medeleven in een belang rijk moment van onze gemeentelijke ontwikkeling"zo sprak burgemees - ter van Sonsbeeck. Uiteindelijk had de raad, door nog enkele aanvullende kredieten, in to taal 240.000, - voor de verbouwing gevoteerd. Van de burgerij kwa men: het meubilair voor de raadzaal (Drie Hoefijzers), de lichtkronen (Kwatta), de gebrandschilderde ramen (Ingen Housz, van Mierlo de 2 banken die toen die naam droegen), wandlichten (van den Biggelaar), het ameublement voor de trouwzaal (Stulemeyer), en zo nog enkele kleine giften. De oud-raadsleden schonken een bank in het trappenhuis, de gebrandschilderde ramen aldaar kwamen van Laurijssen. Op het Stads- erf zorgde de Machinefabriek Breda voor het beeldje van Adriaan van Bergen. En wat deden de raadsleden Zij lieten een gedenksteen aan brengen in de gang naar de trouwzaal. Hij zit daar nog. De hoofden van dienst met hun personeel schonken de verlichtingsorna menten in het trappenhuis, het personeel van de secretarie deze voor zittershamer, waarmee ik thans de pauze aankondig, die ik voorstel te gebruiken om met mij het glas te heffen ter herdenking van 40 jaar nieuwe raadzaal". 51. HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN KREDIETEN IN VERBAND MET DE ONTTREKKING AAN HET OPENBAAR VERKEER VAN HET GEDEELTE VAN DE WEG DOOR HET WILHELMINAPARK TUSSEN GENERAAL MACZEKSTRAAT EN WILHELMINASINGEL. De heer VAN DER WERFF zegt, dat hij nogal eens ter plaatse wandelt en dat hij dus "au fait" is. Hij vraagt zich af of de futuren, die in het voorstel gebruikt zijn wel juist zijn. Hij dacht, dat perfecta eerder op zijn plaats waren. Hij spreekt er zijn waardering over uit, dat er een voetpad wordt genoemd. Hij hoopt, dat dat er ook langs de vijvers komt, want op het ogenblik is het meer een modderpoel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 535