14 DECEMBER 1966. mening is dat tot verhoging van eigen inkomsten - in de vorm van verho ging van rechten en belastingen - moet worden overgegaan. Op blz. 11 van Uw antwoord op het verslag van het onderzoek door de gemeenteraad zegt U: "De opbrengst uit de verhoging van het huisvuilrecht kan onmoge lijk gemist worden" Ik ben voorstander van een verantwoord financieel beleid. Ik zie dan ook op het einde van het jaar liever een batig dan een nadelig saldo. Als we nu het verloop en de stand van de saldi-reserve bekijken, dan zien wij deze reserve steeds sneller toenemen, juist in de tijd dat telken- jare de begroting door het treffen van verhoging van op de bevolking of het bedrijfsleven drukkende lasten, moest worden sluitend gemaakt. De samenstelling van de stand van de skldi-reserve vereist ook enige toelichting. In Uw antwoord op het verslag van het onderzoek van de be groting deelt U mede dat de nota van aanbieding 1967 uitgaat van een sal - di-reserve (sec) op 1 januari 1966 van 3. 030. 511,57 en: "er dus een ver meerdering in 1965 is aangenomen van 526.068,58". Gewoonlijk blijken saldi op het eind van het boekjaar uit de rekening en wordt het aldus vast gestelde saldi naar de saldi-reserve overgeboekt. Het verwondert dus wel dat voor 1965 een batig saldo van 526.068,58 is aangenomen, doch de gehele opstelling wordt toch wel onbegrijpelijk als uit de nota van aanbieding blijkt dat de stand van 3. 030. 511,57 niet was bereikt per 1 januari 1966, doch per 1 januari 1965. Bovendien blijkt aan de saldi-reserve een bedrag van 1. 095. 050, -, verkregen uit reactiveringen, te zijn toegevoegd. Blijkens de nota van aan bieding zijn echter slechts tot een bedrag van 568. 000, - reactiveringen toegepast. Er blijft derhalve een verschil van 527. 050, -, waarvan de herkomst - althans voor mij - niet duidelijk is. De toevoeging van door reactivering verkregen middelen aan de saldi- reserve blijkt, blijkens Uw antwoord op een in het verslag van onderzoek van de begroting gestelde vraag, althans tot een bedrag van 568. 000, - niet juist. Uw college heeft bij de vaststelling van de nota van aanbieding beslo ten de door reactivering vrijgekomen middelen aan de algemene reserve toe te voegen. Ik ben van mening dat het ook veel juister is de op deze wijze verkregen reserveringen aan de algemene reserve toe te voegen. Eens deels om het karakter van de saldi-reserve zuiver te houden, doch ander zijds ook en vooral omdat óver deze algemene reserve vrij mag worden beschikt en dus deze reserve de meeste mogelijkheden biedt om een eigen beleid te voeren. In antwoord op een over deze reserveringen gestelde vraag deelt Uw college mede dat overboeking van een bedrag van f 568. 000, - middels de le wijziging van de begroting 1967 zal plaatshebben. Als deze 568. 000, - onderdeel uitmaken van de aan de saldi-reserve toegevoegde reactivering van 1. 095. 050, -, wil het mij voorkomen dat ook nog een bedrag van 527. 050, - zal dienen te worden overgeboekt. Dan zelfs zou de stand van de saldi-reserve per 1 januari 1966 niet be langrijk wijzigen, omdat aan dit saldo nog een bedrag van 973.233, 52 wegens uitkeringen gemeentefonds 1963-1964 dient te worden toegevoegd. Het is trouwens niet duidelijk waarom dit bedrag niet meteen in het over zicht is opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 546