•ST9
394"
14 DECEMBER 1966.
Uit de eerste wijziging van de begroting blijkt dat inderdaad wordt
voorgesteld het bedrag van 568. 000, - over te boeken naar de algeme
ne reserve, doch tevens dat U het bedrag onder volgno. 451. 51 met
18.933,-, zijnde 1/30 deel van 568.000,-, hebt verlaagd.
In het totaal van de voorgestelde verhoging van eigen inkomsten is de
verhoging van het huisvuilrecht de belangrijkste post (ruim 60%).
Uw college zegt in antwoord op een in het verslag van het onderzoek
van de begroting gestelde vraag dat de opbrengst uit de verhoging van het
huisvuilrecht onmogelijk kan worden gemist.
Als U echter de beschikking over 1/30 deel van de gevormde saldi-re-
serve als een reëel dekkingsmiddel beschouwt, doch dan bovendien mede
deelt dat steeds de tendens bestaat tot een achterblijven van de uitgaven
op de geraamde uitgaven, waardoor mogelijk geen uitvoering behoeft te
worden gegeven aan de gegeven inkomstenraming en dan bovendien een
extra post van onvoorziene uitgaven opneemt van 165.000, -, terwijl
er toch waarschijnlijk een batig rekeningsaldo zal zijn, dan vermag ik
nog niet in te zien waarom de meerdere opbrengst van het huisvuilrecht
onmogelijk kan worden gemist.
Uit de door Uw college verstrekte vergelijkbare gegevens over het huis
vuilrecht in andere gemeenten blijkt dat Breda, vooral na de eventuele
invoering van de voorgestelde verhoging, aan de bevolking een ten op
zichte van andere gemeenten hoog huisvuilrecht berekent.
De kostprijs per uitstaande emmer bedraagt, blijkens de toelichting
in Uw voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van rech
tenvoorde diensten van de afdeling reiniging en ontsmetting van hei ver
voerbedrijf, 29,71 per jaar.
In antwoord op een desbetreffende vraag wordt wederom Uw gedachte
uitgesproken op de duur te komen tot een kostprijsdekkend tarief. Dat is
dan een tarief, waarin ook de gratis ophaaldienst van grof huisvuil is ver
disconteerd.
U wilt de realisering van deze gedachte echter wel doen afhangenvan
de begrotingssituatie in een bepaald jaar. Ik vind dit een weinig conse
quente gedachte.
Deze gedachte is niet nieuw. Reeds bij de begrotingsbehandeling 1963
heeft Uw college deze gedachte uitgesproken. Toen reeds is hiertegen
van de zijde van de raad nogal bezwaar gemaakt, hoewel ook toen van
wege het sluitend maken van de begroting een voorgestelde verhoging van
het huisvuilrecht wel is geaccepteerd.
Bij de begrotingsbehandeling 1965 is, weer om tot een sluitende be
groting te geraken, het huisvuilrecht opnieuw verhoogd, terwijl nu weder
om met hetzelfde argument een nieuwe verhoging van 6, - per jaar
wordt voorgesteld.
Vergelijking met andere plaatsen wettigt de vraag of daar de kostprijs
van het'huisvuilophalen zoveel lager is dan in Breda ofdat in die plaatsen
niet de gedachte van een kostendekkend tarief wordt gehanteerd.
Ik dacht dat juist Breda door de voordelige manier van vuilverwerking
ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten een extra lage kostprijs
zou moeten hebben.
Ik meen dat het tijd wordt dat Uw college zich over de gedachte van
een integraal kostendekkend tarief definitief uitspreekt. Telkenmale een
gedachte hanteren om motieven aan te voeren, om door middel van ver-