16 FEBRUARI 1966. 54 Wethouder VERMEULEN beantwoordt deze vraag bevestigend. De heer BARIJ spreekt gaarne de hoop uit dat het nemen van dit besluit er niet toe zal leiden dat dit gedeelte van het Wilhelminapark gebruikt gaat worden als parkeergelegenheid voor de ambtenaren van een van de gemeentelijke diensten. Wethouder VERMEULEN deelt mede dat de feitelijke situatie vandaag de dag zo is als de heer Barij zegt. Tijdens de kantooruren zijn al vele auto's^ op deze weg geparkeerd. Dit zijn echter niet de auto's van de em ploye's, doch vooral de auto's van de bezoekers van de dienst van open bare werken. Persoonlijk gaat hij daar ook nog al eens op bezoek en dan zet hij de auto ook buiten het terrein van de dienst omdat hij op dit terrein niet kan par keren. Spreker is van mening dat de raad hem zal moeten toegeven dat de bereik baarheid van een dienst als openbare werken, die begiftigd is met een root aantal relaties, goed moet zijn en dat een parkeergelegenheid daar- ij aanwezig moet zijn. De VOORZITTER merkt nog op dat het niet alleen de "employe's" van burgemeester en wethouders zijn maar veeleer ook de ambtenaren van de gemeente. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 34. VERZOEKEN EX ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDERWIJSWET. De heer VAN DER WERFF deelt mede dat er geen vergadering voor de afdeling onderwijs is geweest. Wethouder Bastiaensen heeft zich bereid verklaard eventuele vragen tijdens de raadsvergadering te beantwoorden. In het verzoek van het schoolbestuur genoemd onder punt 6 van dit pre advies staat vermeld, dat de uitvoering van een naastgelegen bouwwerk de terreinafscheiding heeft beschadigd. Spreker meent dat het schoolbe stuur de aannemer voor dit herstel aansprakelijk moet stellen en dat geen aanvraag moet geschieden ingevolge artikel 50 der kleuteronderwijswet. Wethouder BASTIAENSEN deelt mede dat de toelichting niet geheel juist is. Er had moeten staan dat mede tijdens de bouw van het naast de school gelegen jeugdhuis de jeugd de kans heeft gehad op dat terrein al lerlei speelsigheden uit te halen, die geleid hebben tot beschadiging van de terreinafscheiding. De heer VAN DER WERFF vraagt of het dus geen nalatigheid van het schoolbestuur is. Wethouder BASTIAENSEN beantwoordt deze vraag ontkennend. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 35. VERZOEKEN EX ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 54