41#
14 DECEMBER 1966.
Bovendien heeft het vraag- en antwoordspel tussen raad en college van
burgemeester en wethouders steeds meer een onpersoonlijk karakter ge
kregen. Het is voor de raad niet eenvoudig door het stellen van vragen
bij de schriftelijke voorbereiding een goed inzicht te krijgen in de grote
lijnen van het te voeren beleid, waarom het toch in de allereerste plaats
gaat bij een behandeling van de begroting. Ook het investeringsschema,
hoe nuttig op zich zelf ook, kan hierin niet voorzien. Het verschijnt
trouwens steeds korte tijd voor de mondelinge behandeling en heeft dien
tengevolge voor de schriftelijke voorbereiding geen betekenis. De nota
waarvan het investeringsschema vergezeld gaat, voert deze naam ten on
rechte. Mijn fractie zou het zeer op prijs stellen indien in een begelei
dende nota werd aangegeven welke veranderingen in het schema zijn aan
gebracht, vergeleken met het jaar daarvoor en wat hiervoor de beweeg
redenen zijn geweest. Hetgeen uiteraard beperkt behoeft te blijven tot
de hoofdzaken.
Voor wat de begrotingsbehandeling als geheel betreft, doet zich de
vraag voor of de schriftelijke voorbereiding, zoals die thans geschiedt,
nog wel aan zijn doel beantwoordt. Mijn fractie zou in overweging wil
len geven om naast de nota van aanbieding, waarin het financiële beleid
wordt aangegeven, een aantal beleidsnota's te laten verschijnen, waarin
de verschillende wethouders het door hen te voeren beleid aan de raad
voorleggen. Mede aan de hand van deze nota's zou de voorbereiding van
de begrotingsbehandeling kunnen geschieden in openbare vergaderingen
van de raadsafdelingen. In de plenaire begrotingsvergadering kan men
zich dan met te meer reden beperken tot een aantal hoofdlijnen en daar
worden de conclusies getrokken. Er zijn een aantal steden (w.o. Rotter
dam en Den Haag), waar behandeling van de begroting op een dergelijke
wijze plaatsvindt.
Ik ben het geheel eens met de heer van Loon dat het probleem van de
begrotingsbehandeling bespreking zou verdienen in het seniorenconvent.
De behoefte aan beleidsnota's ter begeleiding van de begroting wordt
ook ingegeven door het feit dat het voor de raadsleden steeds moeilijker
wordt zich een goed inzicht in het totale beleid te verwerven. Het ge
vaar van wat men zou kunnen noemen een technocratisch bestuur is dan
niet denkbeeldig.
Is het voor de raadsleden al niet eenvoudig om zich voldoende inzicht
te verwerven, de ingewikkeldheid van de vele problemen maakt het voor
de burgers van de stad nog moeilijker om het beleid te volgen en te be
oordelen. Voor een goede werking van de democratie is belangstelling,
begrip en zo nodig kritiek van de zijde van de burgerij noodzakelijk. Dat
vereist een goede voorlichting over het werk van de gemeente. In dit
verband heeft mijn fractie met voldoening kennis genomen van de mede
deling dat er een publiciteitsambtenaar zal worden aangesteld. Een be
langrijke taak voor deze functionaris zal zijn zorg te dragen voor een
doelmatig contact met de verschillende publiciteitsmedia, niet in de
laatste plaats met de plaatselijke (beter gezegd: de regionale) pers. De
service die de gemeente op deze wijze aan de regionale pers kan ver
lenen zal de voorlichting langs deze weg (waarvoor bij mijn fractie ook
nu reeds veel waardering bestaat) stellig nog ten goede kunnen komen.