16 FEBRUARI 1966. 56 raadplegen. Spreker kan wel terugzien in het verleden en weet dan wel dat men in de laatste jaren zeer veel oog heeft gehad voor de betekenis van het museum en ook niet geaarzeld heeft om in de loop der jaren steeds meer geld daarvoor beschikbaar te stellen. Er zullen nog wel meer voorzieningen zijn dan die vandaag gevraagd wor den. Dit voorstel is slechts een onderdeel en spreker neemt aan dat de con sequenties daarvan niet ter detrimente zullen komen van andere absoluut noodzakelijke voorzieningen, anders zou het stedelijk museum natuurlijk failliet gaan. Wethouder BASTIAENSEN zegt op dit moment geen enkele toezegging te kunnen doen ten aanzien van de subsidiëring van het stedelijk museum. De heer VAN DER WERFF zegt geen antwoord gehad te hebben op zijn vraag of het te investeren bedrag enigermate in overeenstemming is met de kwaliteit van het gebouw. Wethouder BASTIAENSEN antwoordt dat het gebouw gerestaureerd moet worden monument of geen monument. De reeds eerder genoemde zaken moeten opgeborgen kunnen worden. De VOORZITTER deelt nog mede dat zowel het stedelijk museum als de politie gelukkig zijn met dit grote gebouw. Het kan nog jarenlang voor deze functie dienen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 39. DIVERSE VOORZIENINGEN AAN HET PAND NIEUWE-GINNEKEN- STRAAT 18. Wethouder VERMEULEN wenst, omdat zijn collega van Bijnen ziek is, nog mede te delen dat het gesprek met de huurder nog niet heeft plaats- evonden. Het is derhalve nog niet bekend hoe de huurder denkt over de uurverhoging, die het gevolg is van de thans voorgestelde werkzaamheden aan het pand. Het komt spreker voor dat het een praktische wijze van werken is als de raad thans dit voorstel aanvaardt en burgemeester en wethouders aan de raad toezeggen dat niet tot uitvoering zal worden overgegaan dan nadat het gesprek met het bestuur alsnog heeft plaatsgevonden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 40. VASTSTELLING UITGIFTEPRIJZEN VOOR GRONDEN VOOR 1966. De heer VAN LOON zegt dat in de vergadering van de afdeling voor openbare werken dit voorstel aan de orde is geweest en men is er toen niet uit kunnen komen. Onder a wordt het voorstel gesteld dat er een verhoging van 7,4 in de be rekening wordt opgenomen voor het bouwrijpmaken. Bij deze kosten wor den 2 nieuwe posten toegevoegd waaronder de kosten voor de aanleg van speeltuinen. In de vergadering van de afdeling was men echter van me ning, dat de kosten voor de aanleg van speeltuinen vroeger ook in de kos-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 56