<r/c Mr 14 DECEMBER 1966. De taak waarvoor Breda zich blijkens de Tweede Nota over de ruimte lijke ordening gesteld ziet, zal een belangrijke uitbreiding van de in frastructuur betekenen en dientengevolge zware financiële offers vragen. FINANCIËLE CAPACITEITSPLANNING. In het antwoord op het verslag van het onderzoek van de begroting staat dat door Uw college de planning op langere termijn ernstig wordt bestudeerd. Wij verheugen ons hierover omdat wij van mening zijn dat prognoses over te verwachten inkomsten en uitgaven op langere termijn in de toekomst onmisbaar zullen zijn voor de beleidsbepaling. De moei lijkheden welke deze studie zullen meebrengen worden door ons niet on derschat, doch de voordelen verbonden aan het beschikken over een vol ledige inventarisatie van middelen en behoeften, zij het globaal, zijn dermate groot dat hiervoor offers gevraagd mogen worden. Wij hopen dat Uw college eind 1967 in staat zal zijn een planning van de geschatte in komsten en uitgaven voor de komende 10 jaren aan de raad voor te leg gen. DE FINANCIERINGSMOEILIJKHEDEN. De overbesteding ontstaan in de jaren 1963/1964 heeft het kabinet Cals voor het probleem geplaatst om de sterk toegenomen inflatie te be teugelen. Een effectieve bestrijding van inflatie kan slechts gebeuren door het afremmen van de hoogconjunctuur, daar inflatie een der ge volgen hiervan is. De inflatie manifesteert zich door een stijging van de hoeveelheid geld in omloop en een voortdurende stijging van lonen en prijzen en kan leiden tot een ongunstiger wordende situatie van onze con currentiepositie op de internationale markten. Bestrijding van inflatie is daarom noodzakelijk. De mogelijkheden van de regering om inflatie te bestrijden zijn echter beperkt. Naast indirecte maatregelen zoals beheer sing van lonen en prijzen en de hoeveelheid geldmiddelen, kan zij slechts in de overheidssfeer rechtstreeks ingrijpen, doch ook hier op een beperkt terrein daar een groot deel van de overheidsuitgaven een gebonden ka rakter heeft. De enige sector, waar de regering in staat is zodanig in te grijpen in het economisch leven dat de conjunctuur daardoor wezenlijk wordt beïnvloed is de investeringssector. Met name in de gemeentelijke sfeer heeft de overheid in het afge lopen jaar drastisch ingegrepen, door de gemeenten geen kapitaal ter beschikking te stellen voor een deel van hun investeringsactiviteiten. De gevolgen daarvan zijn voor Breda reeds merkbaar. De gelden benodigd voor de woningbouw worden wel beschikbaar gesteld, doch de secundaire voorzieningen, welke daarmee samenhangen, zoals de aanleg van wegen, straten en pleinen, de bouw van nieuwe scholen en de aanleg van straat verlichting, kwamen daarbij in het gedrang. Voor een aantal van deze posten was duidelijk ruimte op de begroting en beschikte de gemeente reeds over goedkeuringen van G. S.doch de werken konden niet uitge voerd worden omdat de benodigde geldmiddelen ontbraken. Wij zijn van mening, mijnheer de voorzitter, dat de door de rege ring genomen maatregelen, gezien in het kader van de economische si tuatie op zichzelf juist waren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 570