^7* 43# 14 DECEMBER 1966. ik hiervoor reeds heb gevraagd, gewenst. Wellicht kan daar nu mondeling mededeling van worden gedaan. WERKGELEGENHEID. Hoewel zich in onze stad helaas ook enkele gevallen hebben voorge daan van massaal ontslag van werknemers, is de werkgelegenheidssituatie blijkens de jongste gegevens in het algemeen toch niet ongunstig te noe men. Wel dringt zich voor de verdere toekomst de vraag op of de uitbrei ding van het areaal aan industrieterrein in overeenstemming is met de taak die Breda te vervullen krijgt in het nationaal ruimtelijk beleid. Blijkens het jaarverslag 1965 van het E.T.I. N. (pagina 14) wordt de industrieter- reinpolitiek in het gebied van West-Brabant in hoofdzaak beheerst door de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal. Is het inderdaad juist dat het areaal aan terreinen dat Breda voor industrie vestiging beschikbaar heeft, aanzienlijk minder groot is dan in deze beide gemeenten In de nota ruimtelijke ordening wordt er voor gepleit om naast Apel doorn ook enige andere steden in het Oosten, Zuiden en Noorden van ons land als toekomstige plaats van vestiging voor rijksdiensten in aanmerking te laten komen. Breda heeft wat dat betreft een bijzonder gunstige ligging: op aanvaardbare afstand van de hoofdschrijftafel van ons land, Den Haag. Breda heeft ook unieke mogelijkheden voor het bouwen van de benodigde kantoorgebouwen. Ik denk dan in het bijzonder aan het saneringsgebied aan de rand van de binnenstad, in verband waarmee het door Empeo een rapport over de sociaal-economische structuur van de stad zal worden uit gebracht. Met grote belangstelling ziet mijn fractie dit rapport tegemoet. Mede in verband met al deze mogelijkheden is het van het grootste belang dat de vooral in het noordelijk stadsdeel optredende luchtveront reiniging wordt teruggedrongen. Moet uit het antwoord op pagina 75 van het vraag- en antwoordboek worden opgemaakt dat er op dit gebied nog geen enkele concrete maatregel is genomen POLITIEKE VERHOUDINGEN. De verkiezingen die op 1 juni gehouden zijn, de heer van Loon heeft daar zo juist ook over gesproken, hebben verandering gebracht in de samen stelling van de raad. Evenals dat ook bij vorige gelegenheden al het ge val was geweest, vertoont deze verkiezingsuitslag een sterk landelijke tendenz en kan dientengevolge moeilijk worden beschouwd als een uit spraak van de kiezers over het plaatselijk bestuur. Op zichzelf is dat een te betreuren verschijnsel, want het benadeelt in feite de werking van de plaatselijke democratie. Het meest opzienbarende verschijnsel bij deze verkiezingen was overi gens het feit dat de Boerenpartij 5 zetels kreeg toegewezen, waarvan zij er echter slechts 4 kon bezetten. Ongeveer 13^o van de Bredase kiezers had zich geschaard achter een partij die haar kracht vooral vindt in het feit dat haar vertegenwoordigers bij hun handelen over het algemeen niet gehinderd worden door een behoorlijke kennis van zaken omtrent de maat schappelijke, economische en staatkundige vraagstukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 572