14 DECEMBER 1966.
Dat U Uw beleid op een meer verantwoorde afweging van prioritei
ten gaat richten, heeft zeker onze instemming. Het resultaat hiervan
zien we met belangstelling tegemoet. Wel zouden wij U willen verzoe
ken de te verwachten aanmerkelijk verzwaarde subsidielast, die het ge
volg zal zijn van de geplande nieuwe huisvesting voor de V. V. V. nog
eens in overweging te nemen. Wij menen dat vele leden uit de raad,
met ons, deze bezorgdheid delen.
VOLKSGEZONDHEID.
Zolang door de rijksoverheid de luchtverontreiniging niet krachtdadi
ger wordt aangepakt, blijft het voor de gemeentelijke instanties een
moeizame zaak om de luchtverontreiniging te bestrijden, en kunt Uniet
veel meer doen dan het doen verrichten van metingen, het laten samen
stellen van T. N. O. -rapporten en het verbinden van voorwaarden aan de
hinderwetvergunning.
Een aantrekkelijk aardgastarief voor industriële en daarmede gelijk
te stellen verbruikers, zou een einde kunnen maken aan de ernstige ver
ontreiniging die veroorzaakt wordt bij toepassing van zware stookolie.
Ook 1966 heeft aan Breda wederom een hoge bouwproductie geleverd.
Gezien de moeilijkheden, die hierbij te overwinnen waren, wil ik hier
voor gaarne mijn waardering uitspreken.
De toekomst zie ik echter vrij somder in, de productie van premie
woningen en bouw in de vrije sector dreigen vrijwel tot stilstand te ko
men door geldschaarste en de daarmede gepaarde hoge rente.
Hoewel we in 1967 de geplande productie van woningwetwoningen
wel zullen halen, vrees ik voor de daaropvolgende jaren ook stagnatie,
indien niet tijdig financieringsmiddelen beschikbaar komen voor aan
koop en bouwrijp maken van gronden.
In de nieuwe wijken van onze stad treedt na langdurige of zware re
genval regelmatig wateroverlast op, er komt water onder de funderingen
en tuinen worden modderpoelen. Dit probleem gaat temeer klemmen
nu onder de nieuwere woningen veelal centrale verwarmingsleidingen
zijn aangebracht. Met water onder de vloer ontstaan dan nare en ook ge
vaarlijke situaties. In bepaalde gevallen woont men op een stoombad,
in andere situaties zijn werkzaamheden aan de leidingen onmogelijk en
zit men in de kou. Daarnaast is er dan de mogelijkheid van kortsluiting
en, om over het ongemak van natte bergplaatsen dan maar te zwijgen.
Dit vraagstuk van wateroverlast is niet van vandaag of gisteren, en
ik vraag me dan ook af, of Uw college op dit gebied luister U goed
naar het accent, over vóldoende ter zake deskundigen beschikt.
Gaarne zou ik Uw bijzondere aandacht voor deze water-misère wil
len vragen.
De aanstelling van een publiciteitsambtenaar juichen wij toe. Ten
behoeve van de publieke opinie kan hij waardevol werk leveren. Een
goed contact met de publiciteitsmedia is hierbij onontbeerlijk, terwijl
het anderzijds noodzakelijk is dat publicatiès, inlichtingen en medede
lingen van diensten en bedrijven over één coördinatiepunt gaan lopen.