*79
4ae-
14 DECEMBER 1966.
Mijnheer de voorzitter, in het algemeen is de voorlichting die de
raad van Uw college ontvangt uitgebreid, doch begrijpelijk, en geba
seerd op juistheid. Het slippertje dat U maakte in Uw antwoord op het
verslag van het onderzoek door de raad wil ik U dan ook vergeven.
Voor zover mij bekend en wij hebben die kennis, zonder dat wij een
kamerlid in onze fractie hebben, ligt het wetsvoorstel "Wetenschappelijk
Onderwijs voor de Krijgsmacht" vergezeld van een nota van wijzigingen,
nog steeds te wachten op behandeling.
Het spijt mij dat ik deze droom moet verstoren.
Bij de begrotingsbehandeling mis ik aan de perstafel de verslaggever
van de Bredasche Courant. Mijn fractie betreurt dat deze zetel niet meer
bezet zal worden, en namens mijn fractie wil ik de voormalige mede
werkers van "De Bredase" hartelijk danken voor een wederzijds prettig
contact en voor de steeds objectieve berichtgeving.
Tot slot van mijn beschouwingen spreek ik de wens uit dat goede
onderlinge verhoudingen ook in deze nieuwe raad de boventoon mogen
voeren. Uw college en de ambtenaren dank ik voor het vele en belang
rijke werk dat zij verrichten voor onze goede stad Breda.
Moge ook de goede sfeer bij de onderlinge contacten behouden blij
ven.
De heer BEURSKENS zegt:
"Mijnheer de voorzitter",
Alvorens enkele dingen naar voren te brengen, wil ik gaarne mijn posi
tie, alsmede de positie van de heren Hoekstra en Jansen in deze raad
nog meer trachten te verduidelijken.
Wij zijn in deze raad gekozen als vertegenwoordigers van de Boeren
partij. Zoals U bekend, hebben wij gemeend deze partij te moeten ver
laten, omdat bleek dat deze partij niet democratisch was opgebouwd
en de heer Koekoek alleen heerser was.
Het was ons verder niet mogelijk op te treden voor een partij, waar
van de leider de onzinnigste dingen uitbazuinde en zich op alle moge
lijke manieren bespottelijk maakte.
Zoals U reeds eerder werd medegedeeld hebben de raadsleden Hoek
stra en Jansen zich aangesloten bij de Noodraad. Ik zelf sta sympathiek
ten opzichte van de beginselen van deze partij. De Noodraad onder
schrijft in grote lijnen de beginselen van de Bóeren-Partij maar op enke
le onderdelen heeft zij duidelijk een andere mening.
Ik noem b. v.B. P. is voor de afschaffing P. B. O. 's; De Noodraad:
wil democratisering P. B. O. 's.
B. P. is tegen elke prijssteun door de overheid. De Noodraad erkent dat
in bepaalde omstandigheden prijssteun door de overheid noodzakelijk
is.
Gezien mijn opgedane teleurstelling met de B. P. heb ik echter de
wens uitgesproken althans voorlopig of misschien helemaal geen lid te
worden van de Noodraad. Mijn medeleden, de heren Hoekstra en Jansen
kunnen mijn standpunt respecteren, maar zijn bereid, gezien mijn uit-