14 DECEMBER 1966. 429- beschouwingen her. woord kreeg, door de verschuivingen is dat enigszins anders geworden, maar dat heeft ergens een voordeel, want straks als de fractie-voorzitters in tweede instantie het woord krijgen, dan gaat men meestal ook in op datgene wat door een voorgaande fractie-voorzitter is gezegd en ik heb nu het genoegen om wanneer dat in mijn kraampje te pas komt, dat nu even te kunnen doen. Maar om met de begrotingsbehandeling te beginnen, zoals ik die hier op schrift heb gesteld zou ik willen stellen dat bij de begrotingsbehandeling van de laatste jaren meer en meer de tendens merkbaar is, om deze zoveel mogelijk te bekorten en in hoofdzaak aandacht te besteden aan de algemene beleidslijnen. Hoewel de thans zittende raad vcor een derde deel werd vernieuwd, spreek ik toch de hoop uit dat deze gang van zaken ook in de toekomst, bestendigd moge worden. ïk ben n. 1. nog steeds van mening dat de raad het beleid in zijn algemeenheid dient te bepalen en dat de begrotings behandeling daartoe aan de raad de meeste kansen biedt. De mogelijkheden om de grote beleidslijnen te onderscheiden worden door Uw college op bijzondere wijze geboden, door de voortreffelijke manier, waarop de nota van aanbieding, de laatste jaren is samengesteld. Deze nota geeft een duidelijk inzicht van de koers, welke Uw college heeft uitgezet voor het komende jaar, terwijl in aansluiting daarop het onrendabel investeringsplan, ook voor de daarop volgende jaren, inzicht geeft in het financieringsbeleid. Hier wil ik dan aansluiten op wat mijn voorgangers hebben gezegd dat ik toch wel in de wijze van aanbieding van de nota de grote beleids lijn heb kunnen onderscheiden. Hoewel daar toch inderdaad bepaalde moeilijkheden zijn en dan zou ik willen aansluiten bij datgene wat de heren van Loon en Vis hebben gezegd die over de manier van de begro tingsbehandeling bepaalde suggesties hebben gedaan die ik graag zou willen overnemen en ook bij Uw college warm zou willen aanbevelen. Het is te betreuren, dat de zojuist door mij genoemde onrendabel in vesteringsplan 1967/1976 slechts enkele dagen geleden in ons bezit kwam, zodat een grondige bestudering niet goed mogelijk was. Toch kan ik niet nalaten enkele algemene opmerkingen te maken. De samenvoeging van de posten BI "bouw gemeentehuis" en B9 "bouw schouwburg", tot één post civic centre heeft uiteraard onze volle instem ming, daar wij deze suggestie met andere raadsleden reeds eerder naar voren brachten.Het totale object dient onzes inziens als één geheel te worden gezien, waarvan realisering toch in diverse fasen zal plaatshebben. Naar gelang van de omstandigheden kunnen dan alsnog prioriteiten voor bepaalde onderdelen worden gesteld, hetgeen mijns inziens de besluit vorming voor de taad ten goede kan komen. De opschuiving van de bouw van schoolinstructiebaden naar een vroeger stadium werd reeds meermalen bepleit en achten wij volkomen terecht. Dat de bouw van een centrale werkplaats vervoerbedrijf naar een veel later stadium is verschoven, kan enige verwondering wekken. Wij meen den dat dit bedrijf reeds nu in moeilijkheden zat, wat de ruimte betreft. Het volkomen wegvallen van de post vuilverwijderingsbedrijf achten wij zeer opmerkelijk. Het is in het verleden reeds gebleken, dat de wijze van vuil storten moeilijkheden en tegenvallers oplevert. De vraag is dan ook of de vuilstortplaats, welke thans in gebruik is genomen voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 582