14 DECEMBER 1966. 485 Onder dit hoofdstuk, Openbare Veiligheid, mijnheer de voorzitter, wil ik een enkele opmerking maken over het toenemende aantal verkeers ongevallen en verkeersovertredingen. Het valt ten zeerste te betreuren, dat het aantal slachtoffers, gerekend naar het aantal aanrijdingen in per centages uitgedrukt, sedert het vorig jaar weer een stijgende lijn ver toont. Uit de verstrekte cijfers blijkt tevens dat in dit jaar het grootste aantal aanrijdingen plaatsvond op de kruising Graaf Hendrik III laan - Julianalaan - Irenestraat. Daarop volgt de berucht geworden rotonde aan de Rijsbergseweg. Voor wat genoemde kruising betreft, mag aangenomen worden, dat sedert het gereedkomen van de Zuidelijke rondweg, de si tuatie aan genoemd kruispunt, aanmerkelijk is verbeterd. Wat betreft de rotonde Rijsbergseweg zou mogelijk in overleg met rijks waterstaat maatregelen kunnen worden getroffen ter verbetering van de onoverzichtelijke situatie voor vreemdelingen. Ik zou daar nog aan willen toevoegen, ook voor de slechte ligging van het wegdek zelf. Ik heb het zelf ervaren, maar het is gelukkig alle maal goed afgelopen. Het groot aantal processen-verbaal wijst er toch wel op enerzijds.dat de politie behoorlijk toezicht uitoefent, doch anderzijds, dat het ver antwoordelijkheidsgevoel van de deelnemers aan het verkeer ernstig in gebreke kan worden gesteld. Ik zou Uw college in dit verband in overweging willen geven om in overleg met de directeuren van middelbare scholen en andere onderwijs instellingen ernstig aandacht te besteden aan de verkeersopvoeding van de rijpere jeugd. Het komt mij voor dat men de verkeersregels, die men op de lagere school heeft geleerd volkomen negeert, wanneer men één maal zover is, dat men met een bromfiets aan het verkeer gaat deelne men. VOLKSHUISVESTING EN OPENBARE WERKEN. Met het door U gevoerde beleid ten aanzien van de woningbouw en volkshuisvesting, hebben wij ons bij voorkomende gelegenheden gaarne akkoord verklaard. Volgens de laatste beschikbare gegevens zal bij het einde van het jaar, het aantal gereed gekomen woningen de 1300 be reiken. Hoewel dit cijfer tot grote tevredenheid stemt, baart de situatie toch nog wel zorg, gezien het feit dat het aantal in aanbouw genomen woningen de laatste maanden een sterk dalende tendens vertoont, als gevolg van financieringsmoeilijkheden. Een tweede moeilijkheid welke ons met zorg vervult, welke zorg door Uw college wordt gedeeld, gaat zich aandienen in verband met de nog slechts beperkte mate, waarin gronden beschikbaar zijn voor voort zetting van de woningbouw op grote schaal. Zoals Uw college mededeelt wordt nog overleg gepleegd met de gemeente Prinsenbeek, over voort zetting van woningbouw in de Haagse Beemden. Met belangstelling wachten wij dit overleg af en zien Uw nadere mededeling dienaangaande spoedig tegemoet. De tijd dringt hier wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil Uw college nog eens in ernstige overweging geven om ée in de goedkopere sector meer woningen te realiseren voor bejaarden en vrijge zellen. Het moet toch mogelijk zijn in de woningwetsector flats te bou wen, waarvan b.v. de bovenste verdiepingen dusdanig zijn ingedeeld, dat deze geschikt gemaakt worden voor z.g. 2-kamerflats voor vrijgezel len.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 588