444-" 15 DECEMBER 1966. Als voorzitter van de raad interesseert het hem wel hoe de fractie van de Bóeren-Partij zich genoemd wil zien. Voor de gemeenteraad is er thans een leemte. Vroeger waren er 2 namen gebruikelijk namelijk een algemene "de Bóeren-Partij" en de tweede: "de Koekoek-Partij". Nu allen uit dat nest gevallen zijn is er een andere toestand ontstaan en daarom zou hij gaar ne willen weten welke naam gevoerd zal worden. Dit geldt natuurlijk ook, zo zegt spreker, voor de heer Woestenberg, die buiten de combina tie staat. Bij gelegenheid zon hij dit gaarne van de heer Woestenberg vernemen. INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. Betreffende dit onderwerp, zegt spreker, dat de behoefte aan gemeen schappelijk overleg over de ruimtelijke geleiding van het gezamenlijk territoir van een aantal Baroniegemeenten destijds geleid heeft tot de oprichting van het Overlegorgaan Planologische vraagstukken Deze be hoefte is vooral ontstaan door het zich duidelijk aftekenen van het pro ces van het schaalvergrotingsproces. De verwachtingen die men van dit informele overlegorgaan koester de zijn echter maar ten dele gehonoreerd. Het uitblijven van een door dit overlegorgaan op te stellen structuurschets hebben burgemeester en wethouders, mede op aandrang vanuit de raad, er toe bewogen zich tot de raden van de 7 aangrenzende gemeenten te wenden met de vraag of zij bereid zijn mede te werken aan de totstandkoming van een interge meentelijk bestuurlijk coördinatiepunt ter behartiging van gemeenschap pelijke belangen op het gebied van ruimtelijke ordening in dit regio. Het is de raad bekend, zo zegt spreker, welke plaatsen positief gerea geerd hebben en de raad weet ook welke plaatsen dit niet gedaan hebben, waarvan een niet heeft geantwoord en andere negatief. De raad weet op welke 2 plaatsen hij doelt namelijk grenzende aan Breda. Het is van groot belang dat dit in de gaten gehouden wordt. Wanneer burgemeester en wethouders zouden moeten beamen wat de heer Melzer gisteren gezegd heeft, dan was men hierover snel uitgespro ken. Maar de heer van Loon heeft ook te kennen gegeven dat er slechts een briefje is geschreven. De heer van Loon vraagt zich af of burgemees ter en wethouders dat niet weinig vinden en of burgemeester en wethou ders niet wat meer hadden kunnen doen. Spreker is van oordeel dat dit opmerkingen zijn die geen hout snijden. In het antwoord van burgemeester en wethouders op de gestelde vragen is niet vermeld dat burgemeester en wethouders niet meer hebben gedaan dan een briefje schrijven, doch met deze mededeling is slechts bedoeld aan te geven op welke wijze ze begonnen zijn met contact op te nemen met de buitengemeenten. Ter nadere informatie aan de raad deelt spre ker mede dat burgemeester en wethouders regelmatig en veelvuldig contact hierover hebben gehad, waarbij de wederzijdse standpunten nauwer belicht zijn geworden en waarbij gepoogd is om die standpumen met elkaar in overeenstemming te brengen. Dit is tot dusverre niet gelukt omdat de andere gemeenten met betrekking tot de agglomeratie andere standpun ten hebben, waarvoor de gemeente Breda begrip kan opbrengen, wellicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 597