59
16 FEBRUARI 1966.
evelbreedte 6.30 meter in plaats van 6 meter is. Spreker gelooft niet dat
it zo'n groot verschil maakt. Beschouwt men de voorgevel in zijn geheel,
dan, zo zegt hij, lijkt deze toch wel erg veel op wat er nu gebouwd is in
de honderden woningen die er nu al staan. Spreker vraagt ofhet werkelijk
niet te doen is een beetje verfraaiing aan deze voorgevels te brengen, want
hij is bang dat we bij een volgende object weer met dezelfde gevels zitten.
Het geeft zo weinig reliëf aan de woonwijken.
Wethouder VERMEULEN merkt op dat niet alle woningwetwoningen, die
tot dusverre gebouwd zijn, allemaal dezelfde voorgevel hebben. Inderdaad
zijn de voorgevels van de 728 woningen allen gelijk. Maar de 478 in de
Wisselaar hebben zeer beslist een heel ander front dan de 728. Het complex
van de 192 woningen in de Wisselaar heeft weer een ander front dan de
478 en de 728. De huizen in IJpelaar hebben ook weer een ander front. De
vraag is, naar spreker's mening, wat kan men van een front maken. Er zit
ten ramen in, er zitten deuren in. De ramen en de deur kan men eens om
wisselen en het ene raam kan eens iets groter gemaakt worden of iets klei
ner.
Uiteindelijk is er een architect geweest, die daar een ontwerp voor gemaakt
heeft en aangenomen mag worden dat deze man zijn naam, die voor hem
van grote waarde is, niet zal uitleveren aan een goedkoop architectonisch
produkt.
Spreker heeft alle begrip voor de opmerking van de raad, dat toch gewaakt
moet worden tegen al te grote eenvormigheid in de woningbouwcomplexen.
Burgemeester en wethouders hebben echt getracht dit te doorbreken door
het inschakelen van verschillende architecten. In alle bouwstromen zijn
andere architecten ingeschakeld. Ondanks dat spreker begrip heeft voor de
ze opmerkingen, zou hij niet weten wat burgemeester en wethouders nog
meer zouden moeten doen.
De opmerkingen van mevrouw de Bonte noemt spreker praktische opmerking
en van een goede huisvrouw en zij heeft daardoor wel enige detailopmer-
ingen gemaakt, die meer een aangelegenheid zijn voor de heren technici
dan voor een bestuurscollege.
Zonder meer zou spreker willen zeggen dat de badcel verwarmd zal zijn.
Uit de historie is bekend dat voor de eerste tranche van de 728 woningwet
woningen niet de toestemming van het rijk verkregen werd om in de bad
cel een verwarmingselement te plaatsen. Er moest dus volstaan worden met
een straalkachel. Nadien is het rijk ermede akkoord gegaan dat in de wo
ningwetwoningen in de badcel een radiator werd geplaatst.
Dit zal natuurlijk zeker ook voor deze woningen gelden.
Spreker kan van achter de bestuurstafel niet zeggen of op de zolder een ver
warmingselement is geplaatst. Hij is geneigd het te betwijfelen maar wil
het gaarne voor mevrouw de Bonte nog eens nakijken.
Of er een tweede W.C. op de overloop gecreëerd kan worden weet spreker
niet. Wellicht is deze ruimte anders gebruikt.
Wat betreft het fonteintje in de W.C. wil spreker niet zeggen dat in de be
staande vrije sectorwoningen van de Hoge Vucht de ruimte bijzonder groot
is maar het is toch te gebruiken. Het hangt naar zijn mening wel af van de
gebruiker van deze gelegenheid. Een nuttig gebruik is ervan te maken.
De suggestie van de spatgordijnen in de douchecel is inderdaad het over
wegen waard. Nagegaan zal worden of er een gemakkelijke wijze is om de