15 DECEMBER 1966. gesproken. De heer van Loon heeft een belangrijk probleem aan de orde gesteld en spreker zou zich met de fractievoorzitters willen beklagen vanwege het feit dat ook voor burgemeester en wethouders de tijd bijzonder kort is om het een en ander te kunnen bekijken. Hij is overigens van mening dat dit voor burgemeester en wethouders nog meer geldt dan voor de fractievoorzitters, omdat deze belangrijke zaken aan de orde stellen zonder dat hierover in het centraal rapport met een woord wordt gerept. Er wordt dan aan burgemeester en wethouders in nog geen dag een pas klare oplossing voor gevraagd. Hiermede wil hij niet zeggen dat de frac tievoorzitters de opmerkingen niet hadden mogen maken, doch wel dat de raad clementie met burgemeester en wethouders moet hebben. Het probleem van de verkeersmogelijkheden, -moeilijkheden en alles wat hier omheen is, splitst zich eigenlijk in de vraagstelling van de heer van Loon toe tot de stelling of het niet nodig is een aparte afdeling en een aparte dienst voor verkeer en vervoer in te stellen. De heer van Loon heeft in twijfel getrokken of dit probleem bij het gemeentebestuur echt wel in de belangstelling staat. Spreker wijst erop dat er niet alleen belangstelling bij het gemeentebe stuur bestaat, doch dat er op dit gebied in de gemeente Breda al maat regelen genomen zijn die in andere gemeenten van soortgelijke grootte en omvang nog niet zijn genomen. De gemeente Breda heeft namelijk de beschikking over een verkeersdeskundige, die een zeer specifieke taak heeft bij de afdeling stadsontwikkeling en uitbreiding, om juist dit aspect van de zaak voldoende tot zijn recht te doen komen. Dat deze technische functie niet de hoofdfunctie moet zijn omdat het om zeer principiële vragen gaat die de visie op maatschappij en bestuur raken, spreekt voor zich en daarom meent spreker dat juist uit het oogpunt van dit standpunt er nauwelijks een afdeling beter geschikt is dan de afde ling stadsontwikkeling. Daarom acht hij op dit moment juist dat de verkeersdeskundige als tech nische man, die de technische problematieken in het kader van deze vi sie moet oplossen is toegevoegd aan de afdeling stadsontwikkeling. Hij is van oordeel dat er momenteel geen reden is tot het instellen van een aparate dienst. Overigens wil dit niet zeggen dat dit standpunt in alle eeuwigheid zal worden gehandhaafd. burgemeester en wethouders zullen ongetwijfeld de ontwikkelingen op dit gebied nauwkeurig blijven volgen. Zoals het op het ogenblik loopt, meent spreker dat kan worden voldaan aan de vragen, die de heer van Loon heeft opgeworpen. Overigens zijn er wel meer activiteiten op dit gebied. Het is de heer van Loon bekend, zo zegt hij, dat er een verkeerscommis- sie is, waarin deskundigen op verkeersgebied zitting hebben en diebur gemeester en wethouders adviseren. Daarnaast is er een ambtelijke groep werkzaam, waarin een verkeersdeskundige, een jurist en een ambtenaar van de politie zitting hebben. Dit zijn naar spreker's mening toch teke nen, die erop wijzen dat burgemeester en wethouders met de heer van Loon van mening zijn dat de verkeerszaak een belangrijke zaak is. Op dit punt wil hij ook nog even wijzen op contacten, die er op bestuur lijk niveau bestaan en die bij de raad minder bekend zijn en die moge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 604