15 DECEMBER 1966. gehad dat men op een bepaald moment de beschikkingen voor Breda gingen ophouden. Thans is dit weer achter de rug en stelt men eenvoor- lopige grondprijs vast en er is afgesproken dat de gemeente Breda en het rijk de grondprijs nader zullen bezien. Omdat het niet alleen een probleem voor de gemeente Breda is, doch een algemeen probleem, hoopt spreker dat uit deze moeilijkheid zal worden gekomen. De uit spraak van de gemeente Rotterdam dat er geen woningwetwoningen meer gebouwd zullen worden is in deze kwestie van groot belang. Bo vendien zijn gedeputeerde staten van mening dat dit toch wel een on juiste gang van zaken is. Dit college is belast met het toezicht op de uitbreidingsplannen. De heer Vis, zo zegt spreker, heeft ook nog gevraagd naar het ad vies inzake woonbehoeften en woonwensen. Inmiddels is er een klein gedeelte van dit advies verschenen namelijk het woningtekort in Breda. Burgemeester en wethouders hopen dat de rest in de loop van 1967 zal vol gen. Zodra de rapporten ontvangen zijn zullen burgemeester en wethou ders ze onverwijld aan de raad voorleggen waarbij dan een discussie kan plaatshebben. Het Empeorapport, waarnaar de heer Vis ook heeft geïnformeerd, is in concept gereed. Het zal vermenigvuldigd worden en burgemeester en wethouders hopen begin 1967 dit met een nota aan de raad voor te leggen. Het rapport zal waarschijnlijk uit 3 delen bestaan, namelijk over het winkelbestand in de stad, over de dienstensector en over de waarnemingsanalyse en prognose tot het verkeer. De vraag van de heer Vis naar de werkgelegenheid en in het bijzon der naar het industrieterrein in Breda kan spreker beantwoorden met de mededeling dat er op het ogenblij 44 ha beschikbaar is en dat dit te weinig is voor het voeren van een industriebeleid. Indien de gemeente Breda de beschikking krijgt over de Haagse Beemden, dan zou er 200 ha bij komen hetgeen een niet onbelangrijke verruiming van de vesti gingsmogelijkheden zou betekenen. In aansluiting op de woorden van de voorzitter over agglomeratie en samenwerking gelooft spreker te mogen zeggen dat er deze week nog contact is geweest met het gemeen tebestuur van Prinsenbeek en dat er alle reden is om te mogen aanne men dat Prinsenbeek bereid zal zijn om mee te werken aan de vast stelling van het bestemmingsplan. Hiermede zou een stap in de goede richting worden gezet om de bevol kingstoename in deze agglomeratie te blijven huisvesten. Indien dit niet mocht lukken dan loopt èn de industrievestiging èn de woningbouw hopeloos vast. Vervolgens, zo zegt spreker, heeft de heer Vis gesproken over de ves tiging van de rijksdiensten in Breda. Hij kan de raad mededelen dat burgemeester en wethouders op dit punt ook echt doen wat er gedaan kan worden. Op dit moment begint de vestiging van rijksdiensten in Oostelijke richting en wel in Apeldoorn. Het zou belangrijk zijn indien Breda één schaap over de dam zou krijgen. Planologisch is er al een ruimte bestemd in de stadsuitbreiding van Breda. Met de heer Melzer is spreker het eens dat er wateroverlast in Breda is.Dit is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 608