Li O 15 DECEMBER 1966. De heer van Loon en de heer Kroon hebben gesproken over het sluitend maken van de begroting en de heer Kroon heeft daarbij het woord "kunst grepen" gebruikt. Spreker heeft toen even gedacht dat hij moest optreden als Pierre Jansen. Inderdaad is de begroting kritisch bekeken en de onnodige ruimte is er uit gehaald. Indien met betrekking tot de afschrijving wordt gesproken over kunstgrepen dan wil hij de raad mededelen dat over het gehele af- schrijvingsbeleid bij de gemeente een studie aan de gang is, waarbij bij voorbeeld overwogen wordt om de kleinere posten bij de investeringen in de onderhoudsbegrotingen onder te brengen. Omdat echter de stu die nog niet voltooid is wil hij hierop niet vooruitlopen temeer omdat dit punt nog uitvoerig in de raad zal worden besproken. De afschrijvingen die ten aanzien van soortgelijke projecten niet uniform werden toege past, zijn thans op uniforme wijze berekend. Ten aanzien van afschrijving en reactivering dient toch wel onderscheid te worden gemaakt. Reactivering voert iets toe aan de reserves, maar legt een last op de toekomst omdat men opnieuw van het verhoogde be drag gaat afschrijven. Als alleen maar de termijn van afschrijving wordt verlengd dan komt dit het budget van heden ten goede omdat er minder wordt afgeschreven. Spreker wil er wel op wijzen dat bij de gemeente Breda in het verleden iets anders is gebeurd met betrekking tot de reserves. Deze zijn rente vrij gemaakt, waardoor dus eigenlijk inkomsten uit het budget zijn ge haald en deze rente is toegevoegd aan de reserves. Dit is met instem ming van de raad geschied. Er is in 3 4 jaar 80. 000, -- per jaar aan de reserven aan rente toegevoegd, zodat thans in totaal 320. 000,-- minder onder de inkomsten van de gewone dienst is geraamd. Het mo tief daarbij is geweest dat door raming van deze rente als inkomsten voor de gewone dienst de reserves niet mogen worden aangetast omdat daardoor dan het budget wordt verlaagd. Over de reserves die "rentevrij" zijn kan - zo nodig - vrij en zonder last voor de gewone dienst worden beschikt. Bij het beeld dat hij over het bij de gemeente Breda gevoerde financiële beleid heeft gegeven hoort dit naar zijn mening erbij. Er werd door verschillende sprekers ook gesproken over de risico's die ge lopen worden bij de raming uit het gemeentefonds voor de uitkeringen voor sociale zorg en het b.l. o.Inderdaad, zo zegt spreker, is er bij de raming van de b. l.o. -uitkering enige risico aanwezig. Er is echter een nader onderzoek en analyse gaande om te trachten na overleg met het departement tot een duidelijke uitspraak te komen. Hét departement heeft eigenlijk nog nooit een uitspraak gedaan over het uitgangspunt van deze vergoeding, waarvan is aangenomen dat het een integrale vergoeding zou zijn. Naar aanleiding van een nader onder zoek wordt getracht daarin duidelijkheid te krijgen. Als het zou vast staan welk percentage het rijk zou gaan betalen dan moeten de ramingen worden aangepast. Voor de sector van de sociale zorg is het risico niet bijzonder groot omdat de basisjaren korter bij het uitgavejaar worden ge legd. In het antwoord van burgemeester en wethouders op het centraal rapport is dit aan de raad medegedeeld. Bovendien kan er een correc tiefactor worden toegepast op grond van de landelijke werkelijke uitga ven. In feite betekent dit dat als Breda de normale ontwikkelingen in het land zou volgen de uitkering voor sociale zorg vergoed zou worden op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 620