l?n
409
15 DECEMBER 1966.
deelt, dat hij nog een bedrag van 527.000, - mist, dan heeft hij nog
gelijk ook, want de reactivering heeft niet zoveel opgebracht. In de
opstelling van de begroting van de leningsdienst is men uitgegaan van
het genoemde bedrag van 1. 095. 050,
Later is gebleken dat dit 568. 000, - minder moest zijn en dit is niet
gecorrigeerd omdat inmiddels in 1966 nog na-uitkeringen uit het ge
meentefonds zijn ontvangen, die dit bedrag ruimschoots goed maakten.
Omdat deze correctie niet is doorgevoerd is de toelichting onvolledig
geweest. Spreker hoopt met deze verklaring het zwevende bedrag dui
delijk te hebben gemaakt.
Met betrekking tot het wetenschappelijk onderwijs voor de krijgsmacht
kan spreker mededelen dat het wetsontwerp nog niet door de Tweede
Kamer is aangenomen. Wel is de memorie van antwoord verschenen.
Het duurt zeer lang voor dit alles geregeld is en burgemeester en wet
houders vinden dit zeer jammer. Wat de gevolgen op financieel gebied
zullen zijn is nog niet precies bekend want bij aanneming van de wet
weten de gemeenten nog niet automatisch op welke uitkering ze kunnen
rekenen. In de verfijningsmaatregel wordt dit onderwijs niet genoemd.
Het uitkeringsbedrag voor de wetenschappelijke instituten zal apart
vermeld moeten worden.
Uit contacten met het departement is gebleken dat het verstandig is na
aanneming van de wet nieuwe contacten met het departement te leg
gen.
Overstappend naar de sector onderwijs merkt spreker op dat met betrek
king tot de bouw van de scholen het een en ander is gevraagd. Er is
thans de mogelijkheid om iets te bouwen omdat de verzekeringsmaat
schappijen bereid zijn deze kosten te financieren. De bouw van scholen
heeft regelmatig de bijzondere aandacht van de betreffende afdeling,
de wethouder en van b. en w.
Persoonlijk heeft spreker de indruk en de verwachting dat de financie
ring door de verzekeringsmaatschappijen geen moeilijkheden zal geven.
Integendeel hij heeft de verwachting dat dit wel mogelijkheden geeft.
De goedkeuring van gedeputeerde staten op dit soort transacties moet
nog verkregen worden. Dit heeft spreker ook reeds in de vorige raads
vergadering medegedeeld. Burgemeester en wethouders zijn erg benieuwd
en er is bijzondere aandrang uitgeoefend. Mogelijk is dan ook nog dat
er een urgentieverklaring verkregen moet worden. Maar hierover zijn
burgemeester en wethouders vrij gerust. Met betrekking tot de nieuwe
scholenbouw kan spreker mededelen dat de aan de raad bekende socio
grafische gegevens 1962 verder zijn uitgewerkt en dat aan de hand van
het aantal woningen dat gebouwd is en de woningbezetting de conclusie
kan worden getrokken voor de behoefte aan lokalen en de datum waar
op deze gereed moeten zijn.
De plannen zijn hierop afgestemd. Voorbereidingen zijn geschied en de
contacten met de verschillende instanties zijn gelegd. Er is overleg met
de schoolbesturen over de types van scholen enz. Burgemeester en wet
houders stellen zich voor om in de raadsvergadering van januari 1967 de
raad daarover nader en uitvoeriger te informeren en natuurlijk zal ook
deze zaak in de afdeling voor het onderwijs worden besproken.
Met betrekking tot hetgeen de heer van Loon heeft gezegd over het on
derwijs, zou hij gaarne het volgende willen zeggen.