62 16 FEBRUARI 1966. de mogelijkheid onder ogen zou kunnen worden gezien om dit te besteden voor het fonds artistieke stadsverfraaii'ng waarover onder andere de heer van Casteren gesproken heeft bij de behandeling van hoofdstuk VIII par. 16 van de begroting 1966. De heer VAN DER WERFF vraagt het volgende: In hoeverre en bij welke gelegenheid is aan de onderneming die de bouw c.q. exploitatie van de parkeergarage in de Haven verzorgt af doet verzorgen, de mogelijkheid geboden naast de bovengrondse benzineverkooppunten een snackbar, aan gekondigd als "Turkey", op te trekken en daar te vestigen. De heer QUADEKKER zegt dat wij dagelijks door de radio worden ge confronteerd over of bezig gehouden worden met mededelingen en uitzen dingen van alle omroepverenigingen in verband met het vluchtelingen probleem hij meent dat het heet ICEM met als slogan "breng hen naar veilige haven". Onze Koningin is beschermvrouwe. Men heeft hier briefkaarten met extra postzegels voor, om naar het Koninklijk Paleis te kunnen zenden. In vele steden is men daar druk mee bezig. Waarom is hiervan in Breda niets be kend De heer QUADEKKER zegt dat de Bredasche Courant van 3 februari 1966 een uitgebreid verhaal geeft over de wenselijkheid van het aanleggen van een kunstijsbaan, maar dan groter dan alleen voor plezier rijden, met een vierhonderd meter baan. In verband hiermede wil hij wijzen op het geld wat overblijft in verband met de vuilverbranding. In deze zelfde courant zijn nog meer posten te vinden waaruit misscbién een gedeelte zou kunnen worden geput van de gelden die nodig zijn voor de aanleg van deze kunst ijsbaan. De heer KRAMER zegt het volgende. Ten aanzien van een mogelijke kunstijsbaan te Breda wil ik Uw college het volgende vragen. 1. Is het juist, dat men van particuliere zijde plannen heeft om een kunst ijsbaan te bouwen 2. Zo ja, zijn deze plannen reëel en de meest juiste oplossing voor Breda e.o. te noemen 3. Wat is de positie van het gemeentebestuur bij de voorbereidingen, in dien er werkelijk plannen zijn 4. Is het college voornemens, indien nodig, in deze kwestie stimulerend op te treden, ten nutte van de vele ijssportbeoefenaars Mevrouw DE BONTE vraagt het volgende. Van verschillende zijde is mij ter oren gekomen dat bij de ingebruikne ming van de eerste flat aan de Doornboslaan, de tien-verdiepingenflat, de verhuizers geen gebruik mochten maken van de lift en er ook geen op takel mogelijkheden waren zodat zelfs tot de tiende etage al1e>verhuis- waar naar boven gesjouwd moest worden. Ik zou willen vragen of U dit kunt onderzoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 62