15 DECEMBER 1966.
een batig saldo op de gewone dienst komt en er bovendien 165.000, - -
als extra onvoorzien is opgenomen, kan hij nog steeds niet inzien, dat
die 198. 000, -- van het huisvuilrecht niet kunnen worden gemist.
Want wat gebeurt er Die 198. 000, -- blijven straks weer als batig
saldo over en worden dan maar in de saldi-reserve gestopt. Spreker
zou dus heel graag van de wethouder van financiën horen, waarom hij
die 198. 000, -- niet kan missen.
Wethouder Broeders heeft gezegd, dat er ter zake het tempo en de
methode om te komen tot een kostprijsdekkend tarief voor het ophalen
van huisvuil, geen uitspraak is geweest. Dit klopt, de raad
is steeds opnieuw wanneer er sprake was van een verhoging van het
huisvuilrecht in verband met het sluitend maken van de begroting, daar
mede akkoord gegaan. Wethouder Gielen heeft, naar spreker's mening,
een duidelijk standpunt naar voren gebracht, namelijk dat het college
van het principe van een kostprijsdekkend tarief uitgaat.
Dit tarief zal slechts dan worden opgetrokken, indien dit in verband
met het sluitend maken van de begroting nodig is. Dit is een standpunt.
Hopelijk zal men echter van spreker vanavond niet verwachten dat hij
daarop een duidelijk antwoord geeft. Over een dergelijk belangrijk
standpunt wil hij eerst zijn fractie raadplegen.
Van de reactivering heeft de wethouder gezegd, dat die weliswaar
een verhoging van de reserve inhoudt, maar een verzwaring van de
afschrijvingslasten, omdat het bedrag waarover wordt afgeschreven
hoger wordt door de reactivering. Dat behoeft natuurlijk niet zo te
zijn. Het bedrag waarover wordt afgeschreven wordt inderdaad hoger,
maar als dan de termijn waarover wordt afgeschreven, langer wordt,
dan behoeft op jaarbasis geen verzwaring van lasten op te treden.
Graag heeft spreker nog antwoord op zijn vraag of kan worden verwacht
dat de jaarlijkse vermindering aan aanschrijvingen ongeveer gelijk zou
blijven, als de post van 360.000,--.
De berekeningen van de grootte der saldi-reserve heeft spreker niet
begrepen. Hopelijk zal dit hém niet kwalijk worden genomen. Hij
gelooft dat het ook hier de plaats niet is er verder op in te gaan en
verzoekt daarom hem hierover schriftelijk te informeren.
Uit het antwoord van de wethouder van onderwijs heeft spreker be
grepen, dat deze op verkenning uit is. Hij hoopt dat het de wethouder
zal lukken om zoveel kennis van zaken op te doen, dat hij op korte
termijn als stimulator of zoiets zal kunnen optreden, om de plannen
die er in de onderwijswereld zijn, binnen korte termijn te verwezen
lijken.
Dat de vuilverwijdering geen reden tot bezorgdheid geeft, verheugt
spreker. Er is gezegd dat dezer dagen de weg wordt aangelegd en dat
het huisvuil daarover wordt afgevoerd. Spreker vreest dat daarmede
dan binnen 14dagen weer mee>zal moeten worden gestopt, want het
gat dat er is, geeft niet zoveel ruimte om daar lang te blijven storten.
Mogelijk dat de Grontmij zeer binnenkort zijn afgravingen gaat voort-