y$s
15 DECEMBER 1966.
Er werd toen ook gezegd dat het opmerkelijk is dat een dezer dagen het
bericht gekomen is dat overgegaan zal worden tot het instellen van een
Dongemondraad.
Hij heeft de verwachting uitgesproken dat het mogelijk niet in dat sta
dium was, dat men al te ver zou zijn en dat men zich op moeilijkheden
zou storten, bij de gedachte aan het vormen van een stadsagglomeratie
Breda. Deze moeilijkheden zijn er nu inderdaad in Breda, want Oester-
hout heeft zich intussen al opgesteld voor die Dongemondraad.
De voorzitter zegt wel dat Oosterhout in twijfel staat, maar het blijkt wel
dat Oosterhout tegen agglomeratie als zodanig is en heeft dan ook een
heel andere koers genomen. Etten-Leur heeft nog steeds niet gereageerd.
Nadat deze zaak bij de vorige begrotingsbehandeling zo nadrukkelijk
naar voren is gekomen, heeft het college gerageerd door te stellen dat
het de gedachte van de raad kende en op deze weg zou voortgaan en dat
getracht zou worden te komen tot het instellen van een agglomeratie-
raad in een of andere bestuurlijke vorm.
Nu doet het wel een beetje onaangenaam aan, dat de brief aan Etten-
Leur eerst op 17 juni uitgegaan is, ongeveer een half jaar na de begro
tingsbehandeling.
Spreker stelt zich daarom zo positief op voor een actieve aanpak van
een intergemeentelijke samenwerking, omdat dit het enige en het beste
middel is. Het is tevens het enige middel dat met de meeste spoed ge
realiseerd kan worden.
Gesteld is dat nog niet vaststaat wat voor activiteiten er voor het
bierfestival in de plaats zullen komen. Als spreker de heer van derZwan
goed heeft begrepen is het de bedoeling, om wanneer er nieuwe activi
teiten ontplooid zullen worden, die toch in overleg met de raad tot stand
te brengen. Hij hoopt dit goed gehoord te hebben en dat het inderdaad
de bedoeling is.
Van het bierfestival is echter ook nog gezegd dat het weinig anders
is, als een kermis. Spreker gelooft dat dit niet juist is, want het is toch
wel opmerkelijk dat juist tot 1 november van dit jaar van de 21 geval
len van geweldpleging en dergelijke, die zich hebben voorgedaan, er
zich 12 voordeden in de periode van het bierfestival. De suggestie die
gedaan wordt om meer bier te drinken en de jongelui te concentreren bij
een bepaald festijn, heeft toch psychologisch kennelijk ergens de indruk
gewekt, dat men hier zeer voorzichtig moet zijn. In de Stem van 11
november wijt de heer van Goethem van de politie een betrekkelijk
groot aantal misdaden tijdens het bierfestival aan verschillende factoren.
Het accent van dit bierfestival lag volgens hem niet op het echte volks
vermaak, maar in hoofdzaak op het bier.
Hij stelt ook dat de politie echt niet gelukkig was met de organisatie van
het bierfestival, reden waarom spreker er in zijn algemene beschouwin
gen uitvoerig op is ingegaan.
Hij hoopt dat het college er toch wel van overtuigd zal zijn, dat het met
deze zaak een andere kant opmoet. Bovendien, en dat heeft spreker al
eerder gesteld, heeft de overheid wanneer ze op een of andere wijze
ging subsidiëren, langs een omweg, reclame gemaakt voor het bier van