bnX
4Ö9
15 DECEMBER 1966.
Over deze zaak is in de afdeling nog wel het een en ander te doen ge
weest. Bij deze dienst heerst een bepaalde onduidelijkheid.
Het doet spreker genoegen dat de kostenverdeelstaat er zal komen en
een herziene begroting wordt aangeboden, waardoor een beter inzicht
wordt verkregen. Spreker is er echter geenszins van overtuigd, dat de
verhoging van het huisvuilrecht nu gerealiseerd dient te worden.
Er is in de begroting inderdaad een gat van 198. 000, maar daar
kan 165.000, -- van het potje voor genomen worden. Spreker wil
daarom voorstellen de verhoging van het huisvuilrecht uit te stellen,
totdat een beter inzicht is verkregen. De raad moet de overtuiging
hebben dat bij deze dienst de zaak zodanig ligt dat aan de verhoging
niet kan worden ontkomen. Daarmee is nog niet het gat van 198. 000,
gestopt en daarvoor verzoekt spreker het college een studie te maken,
om door middel van toepassing van diverse bezüiningen te komen tot
een sluitende begroting. En dan is er dat extra potje. Naar zijn smaak
is het niet juist dat er twee posten "onvoorzien" worden aangegeven.
Voor de tweede post zal wel een gedachte zijn gevormd en spreker
zag graag duidelijk gesteld wat de bedoeling met deze post is.
De verhoging van de waterleidingtarieven is ook spreker's fractie
rauw op de maag gevallen. Hierover moet ernstig beraad volgen.
Spreker was zo impulsief om te denken dat men ermee uit de moei
lijkheden kwam en dat de verhoging van de huisvuilrechten wel kon
vervallen. Mogelijk dat een deel ervan voor dekking kan worden ge
bruikt, hetgeen hij graag aan het college wil overlaten.
De heer WOESTENBERG zegt, dat het er op begint te lijken, dat
in Breda de plaatselijke krant zo'n beetje de wet uitmaakt. Hij be
treurt de afwezigheid van een neutrale krant.
Het lijkt spreker dat de plaatselijke krant hem hieruit wil schuiven.
Wat men echter ook zal proberen, spreker zegt hier niet weg te gaan
en hier op eigen wieken voort te drijven, ondanks ook de pogingen
van de twee grootste partijen in de Bredase gemeenteraad. Spreker
herhaalt, dat hij bij de gehouden gemeenteraadsverkiezingen een ze
ker percentage van de stemmen der Boeren Partij heeft behaald en
daarom zonder twijfel een bepaald gedeelte vertegenwoordigt van
de Bredase burgerij. Spreker zegt op de eerste plaats geen politiek
verleden te hebben en op de tweede plaats met de nieuwe vorming
gedoeld te hebben de heksen- en ketterjacht op alles wat maar iets
met de Duitsers te maken heeft gehad.
Hij wil hierover niets meer zeggen, daarover kan men nog wel 10
jaar aan de gang blijven.
Wat betreft zijn uittreding uit de Boeren Partij wil spreker zich
beperken tot de logische en waardige kritiek van de zijde van de
V. V.D.Alle andere kritiek wenst hij daarmede af te wijzen. In het
algemeen wil hij zeggen, dat de andere kritiek hem onlogisch en niet
ter zake lijkt.
Op de wel logische vraag om een duidelijke positie op te geven en
kleur te bekennen kan hij antwoorden dat er zoveel kleur is. Ieder kent