494" 15 DECEMBER 1966. De heer Melzer is over het algemeen zeer vlot in de beeldspraak en heeft ten aanzien van Dpelaar een nieuwe naam bedacht, waarvan spre ker hoopt dat die niet al te veel in Breda circuleert. De heer Melzer zal ook wel bekend zijn dat als ergens overlast erg groot is, er dan altijd de mogelijkheid aanwezig is, om voorzieningen te treffen. Daarover kan met de betreffende wethouder contact worden opgenomen. Er zijn voor beelden te geven van de bereidheid in deze. Uit spreker's eerste antwoord moet niet begrepen worden dat hij niet bereid zou zijn om mee te werken aan het verbeteren van het openbaar vervoer. Het is bekend dat een van de doelstellingen van het gemeente bestuur is om juist aan het openbaar vervoer in de binnenstad een grote functie toe te kennen. Als dat waar gemaakt moet worden dan zal dat vooral moeten gebeuren door betere service aan het publiek. Maar dan zullen daarvan ook de financiële consequenties moeten worden aanvaard. De heer Melzer is het met het college roerend eens dat de grond voor woningwetwoningen tegen kostprijs moet worden doorberekend. Dat is geen zaak waarmee de gemeente winst maakt,, dat zijn gewoon eigen gemaakte kosten, die men moet doorberekenen. Met hem is spreker van mening dat er geen verschuivingen dienen te ko men ten opzichte van de vrije woningbouw enerzijds en de woningwet- bouw anderzijds. Dit standpunt zal worden gehandhaafd. Wat er uitein delijk na het overleg met het departement uit de bus zal komen, durft spreker niet te zeggen. Het zal wel moeizaam zijn. Er is dus ook een interdepartementale commissie voor ingesteld. Het zal wel enige tijd du ren voordat die commissie haar bevindingen heeft kenbaar gemaakt. Het college weet zich echter geruggesteund door vele andere gemeenten en gedeputeerde staten in Noord-Brabant. De heer Kroon is een prettig raadslid om mee te discussiëren, maar men moet wel oppassen als hij in tweede instantie uit wil horen hoeveel woningen er precies in het volgend jaar geproduceerd worden. Spreker kent de heer Kroon voldoende dat hij dan volgend jaar - en terecht - de notulen van deze vergadering nakijkt en zegt dat de wethouder toen zo veel heeft gezegd en het zijn er maar zoveel. Het antwoord op de vraag stelling van de neer Kroon staat uiteindelijk op bladzijde 87 en daar kan men zien dat 696 woningwetwoningen worden verwacht. Daarbij wil hij nog als aanvulling zeggen dat deze verwachting heel erg reëel is. Spre ker neemt aan dat dit aantal wel wordt gehaald. Misschien is het iets min der dan het aantal dat dit jaar gereedkwam. Wat de premie-sector betreft, daar wil hij deze kanttekening bij maken dat er in de 194 woningen Zee- bregts nog een onzekere factor zit. 134 zijn er safe, die zijn al belegd. Gehoopt wordt dat de andere 60 ook kunnen worden waargemaakt, maar dat hangt voor een groot deel af van de kamitaalmarkt. De 24 van de bouwmaatschappij Breda komen er ook wel. Bij de 90 van dezelfde maatschappij moet een groot vraagteken worden gezet. Als de verkoop in de vrije sector minder snel loopt dan mag misschien worden aangenomen, dat ze niet allemaal gerealiseerd worden. Van de 220 par ticuliere woningen zijn er 110 safe. Voor 96 andere woningen zijn ook al beleggers. Globaal genomen zijn de voor 1967 genomen cijfers niet ir reëel. Maar dan nog kan men constateren dat de woningproduktie ten op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 647