505
16 DECEMBER 1966.
aanschaffingen wordt gesproken, deskundige inbreng te geven, hetgeen
op prijs zal worden gesteld.
De heer KROON zegt dat het er om gaat wat men in de kostprijs in
brengt om dan tot een kostprijsdekkend tarief te komen. Hij herinnert
zich bijvoorbeeld dat enkele jaren geleden de straatverlichting, die al
tijd ten laste van hoofdstuk III van de gewone dienst werd geboekt, is
gebracht ten laste van het elektriciteitsbedrijf.
Dan vliegt de kostprijs daar natuurlijk ook omhoog. Wanneer een be
paald deel van de normale diensten, die als overheid aan de burgers
zijn te verlenen, zoals het opruimen en schoonhouden van de stad ten
gerieve van de volk.shygiëne ook worden ingebracht, dan drukt dat alle
maal op de kostprijs en gaat het tarief omhoog.
Hij moet daarom zeggen op dit ogenblik van de verhoging van het
tarief af te zien, want de wethouder heeft hem van de noodzaak niet
kunnen overtuigen.
De heer VAN CAULIL merkt op dat men vroeger de mooie naam
"nutsbedrijven" gebruikte. Hij had het idee dat ze van algemeen nut
waren.
Officieel is het "kostprijsdekkend tarief" pas een dezer dagen gelan
ceerd, zo ook bij de prijs van het water. Wat is eigenlijk kostprijs. Hier
voor wordt alles genomen, zelfs gebouw en personeel wordt toegerekend.
Daarstraks is de straatverlichting ook genoemd. Er zijn zoveel methoden
waarvan bekend is dat ze naar de kostprijs toerekenen.
Vooralsnog wil spreker zijn bezwaren handhaven omdat hij de kost
prijs niet kan bepalen. Zoals gisteren kon worden gehoord, kunnen nieu
we afschrijvingsmethoden zelfs van minuut tot minuut wijzigen.
Wethouder GIELEN deelt mede dat het college zich al heeft beraden
op de vraag, gesteld door de heren van Loon en van Werkhooven. Hier
aan zal in de vergadering van januari 1967 voldaan worden, onder voor
waarde dat dan nu de gevraagde verhoging wordt aanvaard.
Ingaande op hetgeen de heer van Caulil heeft gezegd over kostprijs
dekkend tarief zegt spreker dat men te doen heeft met een juist bereken
de kostprijs en niet met een kostprijs die vreemde elementen in zich zou
bevatten. Er zijn in de kostprijs per emmer bepaald geen zaken ver
werkt die met huisvuil niet iets te maken hebben. Niemand kan hierte
gen bezwaar hebben.
De heer KROON stelt uit het antwoord van de wethouder te hebben
begrepen dat nu de behandeling van het voorstel tot verhoging der
huisvuilrechten zal volgen. Uit het antwoord heeft hij ook beluisterd
dat het college de suggestie door de heer van Loon gedaan, heeft over
genomen. Dit zegt, volgens spreker, niets, want over dergelijke voor
stellen kan men altijd beraadslagen. Het gaat er nu om de voorgestelde
verhoging af te doen.