éö6"
16 DECEMBER 1966.
Daarstraks heeft spreker al verschillende zaken genoemd, waardoor hij
tegen is. Hij begrijpt wel dat de grote moeilijkheid is de 198. 000, -
dan ergens anders te vinden.
Spreker wil nogmaals benadrukken dat het hier gaat om een sluit
post. Dit heeft hij al gezegd bij de algemene beschouwingen. Ziet
men nu het tarief van 1 januari 1961 ad 2, - en ziet men het nieuw
tarief van 19,22, of bijna het tienvoudige, dan is daarmede niet ak
koord te gaan.
Nu kan men spreker wel zeggen dat hij dan moet zorgen aan de
198. 000, - te komen. Het college beschikt echter over een apparaat
om in een zeer korte tijd die 198. 000, - te vinden.
De raad beschikt niet over zo n apparaat. Spreker maakt al jarenlang
deel uit van de afdeling voor de financiën. Er is een post "onvoorzien"
begroot, die post is na verloop van drie S. vier maanden op. Dan komt
er een ambtenaar naast staan, het apparaat komt in werking en "fuut"
er komt weer een hele stoot onvoorzien bij. Waar halen ze het vandaan?
Men gaat echter weer vrolijk verder.
Spreker wil voorstellen dat die 198. 000, -- die op het hele to
taal van de begroting toch niet zo belangrijk zijn 165.000, -- is ook
een niet importante post genoemd) voorlopig ten laste te doen komen
van de post onvoorzien.
De heer VAN LOON merkt op dat deze post al bijna op is.
De heer KROON zegt dat men dan weer komt bij "fuut". Zou het
college echter niet met spreker's voorstel mee willen gaan, dan zou
zijn fractie bereid zijn van de verhoging ad 6, -- de helft te aan
vaarden. Dan is van de 198. 000, -- ongeveer 99. 000, -- gevonden.
Dit is echter het uiterste waartoe de fractie bereid is.
De rest kan misschien weer uit de "fuut" worden geput.
Spreker herinnert eraan, dat wethouder Gielen destijds ook een
voorstel heeft gedaan, toen verhoging van rioolrecht aan de orde was.
Het college heeft toen ook op korte termijn kans gezien om ergens
iets te vinden. Hij hoopt dat het college dit op het ogenblik ook weet
te vinden.
De heer VAN BANNING zegt zich graag bij het betoog van de heer
Kroon te willen aansluiten.
Wethouder GIELEN antwoordt dat er toch wel een verschil is met
het voorstel dat er toen lag. De berekende cijfers vielen toen gun
stiger uit dan aanvankelijk was verwacht, en dit is later in de prak
tijk bewaarheid gebleken.
Hier is echter geen kwestie van ramingen, hier is zuiver een streven
om langzamerhand naar de kostprijs toe te komen. Dit wordt bereikt
met een verhoging van ƒ6,-- per emmer. Nu wil de heer Kroon geen
6, - maar wel ƒ3,-- aanvaarden. Spreker wil zich hierover eerst
met de andere leden van het college beraden.