Sir
16 DECEMBER 1966.
Nogmaals, het is een mooie uitvinding en de mensen moeten daarvoor
even rijp gemaakt worden. Daarom is het goed dat dergelijke kleinig
heden, eigenlijk kinderziekten te noemen, niet gebagatelliseerd mogen
worden en dat er inderdaad de nodige aandacht aan wordt geschonken.
Er is al een vraag gesteld om vanwege de narigheid restitutie te
verlenen, want het zou redelijk zijn als de gemeente financieel bij
sprong, Dit is wel heel gemakkelijk gesteld, maar buitengewoon moei
lijk uit te voeren, omdat de mensen allemaal verschillend bijverwarmen.
Maar het is een vervelend feit, dat het nodig blijkt te zijn dat zij bij -
verwarming hebben. Spreker vraagt het college om bij het energie- en
waterbedrijf aan te dringen om er de nodige aandacht aan te besteden.
Mevrouw DE BONTE zegt dat hoewel zij in het centraal rapport
hierover geen vragen heeft gesteld, met toestemming van de wethouder
enige opmerkingen wil maken in verband met het heden ontvangen
boekje over aardgas. Uit de inlichtingen, verkregen uit het boekje van
mijngas op aardgas is op te maken, dat men voor inlevering van toes
tellen een vergoeding verkrijgt. Nu heeft spreekster uit het overleg van
de commissie begrepen dat die vergoeding niet wordt gegeven wanneer
men eventueel van gas op elektra overgaat. Dit kan bepaalde redenen
hebben, maar het is niet helemaal billijk. Wanneer men nog een goed
fornuis heeft wat nog 10 jaar mee zou kunnen, wordt men gedwongen
een ander aan te schaffen. Al krijgt men voor het oude 125, -- terug,
dan moet er toch nog echt 200, -- bij-, 'Ook wanneer men een toestel
bezit wat voor ombouw geschikt is, kan men toch die inruilvergoeding
krijgen. In het boekje wordt aangeraden om wanneer men in het be
zit is van een gastoestel wat wel ombouwbaar is, maar wat men niet
ten volste vertrouwt, een nieuw toestel te kopen, omdat men dan toch
vergoeding krijgt.
Dit geldt niet wanneer een elektrisch toestel wordt aangeschaft. Spreek
ster ziet niet in waarom dat niet kan, al de gezinnen worden voor die
kosten geplaatst, alle gezinnen vinden het vervelend. Zij is helemaal
niet zo blij met aardgas, in die zin dat als men een goed toestel heeft
en men gaat uitrekenen wat een en ander aan vervanging gaat kosten.
Als men een toestel heeft en er desnoods nog 20 jaar mee kan doen,
moet men overgaan op aardgas waar men niet zo heel erg blij mee is
en men kiest dan voor elektra, dan zegt de gemeente "neen". En dit
omdat men dan geen gas meer af gaat nemen. Dit vindt spreekster
niet billijk, ook bij elektra is men afnemer van de gemeente. Zij kan
zich voorstellen dat de wethouder straks zal zeggen dat wanneer iemand
kolen stookt en wil overgaan op gasverwarming voor al die toestellen
toch geen inruilvergoeding gegeven wordt. Hier kan zij inkomen, maar
koken doet iedereen. En als iedereen voor deze kosten geplaatst wordt,
dan moet dit niet afhankelijk gesteld worden van het al of niet gebrui
ken van gas.
Vervolgens wil zij nog vragen wat de maatstaven zijn die gehanteerd
worden met betrekking tot die ombouw, en wat de maatstaven zijn voor
het al of niet afkeuren. Het is namelijk zo dat er een klein gedeelte van
Breda is, waar al ombouw heeft plaatsgehad. Er zijn gasfornuizen afge-