ijl
§4-9
16 DECEMBER 1966.
Volgens de wetgeving is hier niets aan te doen, volgens de politieveror
dening misschien wel, maar de politieverordening van Breda is hierop
nog niet aangepast. Als recent voorbeeld noemt spreker, dat op de Aca
demiesingel - een heel drukke weg, vooral op de spitsuren - twee maan
den lang een wrak heeft gestaan, van voren en van achteren in elkaar
gereden en waarschijnlijk dus van een of ander sloopbedrijf. Voor een
dag geeft dat niets, maar als het twee maanden is, zou hij het toch leuk
vinden als de politie of een ander uitvond wie de eigenaar was en daar
eens mee ging praten. Als vriendelijk verzocht wordt de wagen 100 me
ter verder in een parkeerhaven te zetten, kan hij zich niet voorstellen,
dat hieraan geen gevolg wordt gegeven. Het laten staan is een ding
waaraan de burger zich ergert.
Iets waaraan men zich tegenwoordig ook ergert is de plakzucht, spe
ciaal van de sozen. Voor de verkiezingen is voor het plakken gelukkig
een regeling gevonden. Voorop gesteld moet worden dat het een vrijwil
lige regeling is, want als er nu geplakt wordt is er geen politie die er
iets aan kan doen.
De sozen echter gaan allemaal reclame maken. Spreker gunt de jonge
lui hun lol heel goed, maar meent dat het toch goed is, met hen te gaan
praten en de stok achter de deur te zetten door te stellen: "Jongens, niet
plakken, want anders loopt je vergunning voor volgende gelegenheden
gevaar!
Het mag eigenlijk niet, maar in de praktijk helpt het goed.
Er zal altijd wel een methode te vinden zijn - niet om de jongelui dwars
te zitten - maar om ze te laten merken de schoonheid van de stad in
stand te houden.
Op het moment is er geen zuiltje van verkeerslichten, geen huis dat
leeg staat, of ze zijn van onder tot boven vol geplakt, eerst met kleine
biljetten van de soos en dan komt er een of andere tabakshandelaar en
die plakt er wat bij. Ook wordt soosreclame geplakt op de officiële bor
den die verhuurd zijn. Spreker kan zich voorstellen dat het een heerlij
ke sport is om 's avonds stiekem in het donker die biljetjes te plakken.
Maar er wordt zelfs geplakt op de verkeerslichten, waardoor deze slechts
gedeeltelijk hun licht uit kunnen stralen. Het is een droevige zaak dat
dit niet altijd is te voorkomen.
Samenspraken geven absoluut resultaat, men zie slechts naar het con
tact wat het Centraal Bureau voor rijvaardigheid heeft opgenomen met
de rijschoolhouders en met de politie.
Dit omdat het euvel van het groot aantal leswagens in de binnenstad
zo'n vorm aannam, dat ander verkeer daardoor gestremd werd. Speciaal
de busdiensten hadden er last van. In een gezellige en vlotte samen
spraak van C.B.R.politie en rijschoolhouders is bereikt, dat vrijwillig
is besloten de binnenstad te vermijden.
Het laatste halfjaar is het euvel verholpen, alleen het doorgaand ver
keer over de Markendaalseweg en de Boschstraat c. a. is gebleven. Met
een onderlinge vrijwillige regeling is het inderdaad mogelijk tot leuke
oplossingen te komen, zonder dwang van bovenaf.
Inzake de op de Bierfeesten voorkomende herrie wil spreker toch wel
een pleidooi houden voor de politie, die met tactvol optreden voorkwam