586
16 DECEMBER 1966.
Spreker moet zeggen zich met de heer van Werkhooven vroeger
angstig te hebben gemaakt over het optreden van de verkeers-
brigadiertjes. Dit was dan meer gebaseerd op een persoonlijke
ondervinding in Dorst. Na de manier waarop ze in Breda geïnstru
eerd zijn, ziet hij dit gevaar echter niet meer.
Het is een uitkomst dat die verkeersbrigadiertjes er zijn en ze ver
lenen het verkeer belangrijke hulp.
Men kan het er over eens zijn dat er een bepaalde groep van de
jeugd is, vooral die van middelbare scholen, die meent volkomen
op eigen benen te kunnen staan.
Zij zouden moeten weten wat ze wel en wat ze niet mogen.
Dat er aan de door de heer van Werkhooven gesignaleerde plak-
zuchtdoor de politie niet veel gedaan wordt, is een vergissing.
Uit ondervinding weet spreker dat bij herhaling jongelieden gestraft
worden voor het lopen met papier en plaksel. In de nacht is de
politie echter minder op straat dan overdag en is het moeilijk alles
te voorkomen.
Uit het antwoord van het college moet men lezen dat het zijn
conclusie is dat aan centralisatie de voorkeur wordt gegeven. Ook
zijn in dit antwoord de argumenten aangegeven.
De heer BARIJ zegt op de gemeente- en rijkspolitie gedoeld
te hebben.
De VOORZITTER meent dat het beter is daar geen antwoord op
te geven. Andere instanties zijn bevoegd dit te regelen en het is
hem liever het daaraan over te laten.
Wethouder VERMEULEN zegt dat de heer Mendes zijn bezorgd
heid heeft uitgesproken over het achterblijven van verkeersvoor-
zieningen en hij heeft gezegd dat deze bezorgdheid reeds vorig
jaar bij hem aanwezig was. Deze bezorgdheid wil spreker delen
en wil wel zeggen dat deze bezorgdheid in de eerstkomende jaren
ieder jaar bij de begrotingsbehandeling aan de orde zal blijven
komen. Met de heer van Werkhooven wil hij echter wel vaststellen
dat de verkeersonveiligheid in Breda beslist niet ongunstig afsteekt
ten opzichte van vergelijkbare plaatsen.
Ook met het treffen van voorzieningen zal Breda waarschijnlijk
niet ten opzichte van vele andere steden met een ongunstige ver
houding uit de bus komen. Desondanks echter is het verkeersprobleem
een van de grootste problemen van de moderne maatschappij en
spreker is ervan overtuigd dat met alle gezamenlijke opgebrachte
inspanning toch niet erin zal worden geslaagd een optimale ver
keersveiligheid te verkrijgen. Er zal steeds naar worden gestreefd
en van de heer Mendes heeft spreker begrepen dat deze het hier
mee eens is. Momenteel kunnen verschillende zaken wegens finan
cieringsmoeilijkheden niet worden afgedaan.
Uit de opmerkingen van de heer Mendes heeft spreker opgemaakt